Inschakelen Van Het Apparaat; Instellen Van De Temperatuur; Aanwijzingen Bij Het Gebruik; Levensmiddelen Inruimen - Gaggenau RC222 Gebrauchsanleitung

Inschakelen van het apparaat

Toets 1 Aan/Uit indrukken.
Temperatuurindicatie 4 geeft de ingestelde tempera
tuur in de koelruimte aan. De indicaties 3 cold/fresh"
branden.
Bij geopende deur brandt de binnenverlichting.

Instellen van de temperatuur

De temperatuur is in de fabriek op +4 °C ingesteld.
Temperatuur insteltoets 2 een aantal keren indrukken
tot de gewenste temperatuur wordt aangegeven.
Wij raden een instelling van +4 ºC aan.
Gevoelige levensmiddelen niet warmer dan bij +4 ºC
bewaren.

Aanwijzingen bij het gebruik

De temperatuur in de verskoelruimte is in de fabriek op
ca. 0 °C ingesteld. Deze instelling liefst niet veranderen.
Als zich op de koelwaren rijp of ijs vormen, dan kan de
temperatuur warmer worden ingesteld.
(Zie Kleine storingen zelf verhelpen".)
Terwijl de koelmachine loop, vormen zich op de achter
wand van de koel en verskoelruimte dooiwaterdruppels
of een laagje rijp. Dit is normaal.
U hoeft de waterdruppels niet af te wissen of de rijp af te
schrapen. De achterwand wordt automatisch ontdooid.
Het dooiwater loopt via het afvoergootje naar de koel
machine waar het verdampt.

Levensmiddelen inruimen

Neem de koelzones in de koelruimte in
acht!
Door de luchtcirculatie in de koelruimte ontstaan er
verschillende koudezones.
De koudste zones bevinden zich aan de achterwand
D
en boven het onderste glasplateau.
De warmste zone bevindt zich helemaal boven aan
D
de deur.
Attentie: u kunt in de warmste zone bijv. kaas en
boter opslaan.
De boter blijft hierdoor smeerbaar.

Attentie bij het inruimen

De levensmiddelen goed verpakt of afgedekt inruimen.
Hierdoor blijven geur, kleur en versheid behouden.
Bovendien wordt voorkomen dat de levensmiddelen
naar elkaar gaan smaken en de kunststof onderdelen
verkleuren.
Wij adviseren u de levensmiddelen als volgt in te
ruimen:
Op de legroosters/plateaus in de koelruimte: brood
D
en banket, klaargemaakte gerechten, koudegevoelig
fruit en groente
In de verskoelruimte:
D
zuivelproducten, vlees en worst
In de vochtlade: groente, sla en fruit
D
In de deur (van boven naar beneden): boter, kaas,
D
eieren, tubes, flesjes, grote flessen, melk en pakken
met vruchtensap

Netto inhoud

De gegevens over de netto inhoud vindt u op het
typeplaatje in uw apparaat.
65