Aansluiten Van Het Apparaat; Inschakelen Van Het Apparaat; Instellen Van De Temperatuur; Levensmiddelen Inruimen - Gaggenau RC 220 SERIE Gebrauchsanleitung

Aansluiten van het apparaat

Na het plaatsen van het apparaat moet u minimaal een
½ uur wachten voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Tijdens het transport kan het voorkomen dat de olie uit
de compressor in het koelsysteem terechtkomt.
Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
de binnenkant van het apparaat schoonmaken
(zie Schoonmaken van het apparaat).
Het stopcontact moet gemakkelijk te bereiken zijn. Het
apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften
aangebracht, randgeaard stopcontact met een zekering
van 10 ampère of meer, op 220 240 V/50 Hz
wisselstroom aansluiten.
Bij apparaten die in niet Europese landen worden
gebruikt op het typeplaatje controleren of de
aansluitspanning en de stroomsoort overeenkomen
met de waarden van uw elektriciteitsnet. Het
typeplaatje bevindt zich links onderaan in de
koelruimte. Een eventueel noodzakelijke vervanging
van de aansluitkabel mag alleen door een vakkundig
monteur worden uitgevoerd.
Waarschuwing!
!
Het apparaat mag nooit worden aangesloten
op elektronische energiebesparende stekkers of
op omvormers die gelijkstroom omzetten in 230 V
wisselstroom (bijv. installaties voor zonneënergie
of netwerken voor schepen).

Inschakelen van het apparaat

Toets Aan/Uit 1a indrukken. De binnenverlichting brandt,
het temperatuur indicatielampje knippert.
De koelruimte is in de fabriek op +5 ºC ingesteld.
Wij raden een instelling van ca. +4 ºC aan.
Gevoelige levensmiddelen niet warmer dan bij +4 ºC
bewaren.

Instellen van de temperatuur

De instelwaarden kunnen veranderd worden.
Zie de beschrijving bij het bedieningspaneel.
Op de achterwand van de koelruimte vormen zich
dooiwaterdruppels of een laagje rijp. Dit is normaal.
Het ontdooit automatisch en komt via het
dooiwatergootje in de dooiwater opvangschaal terecht.
Dooiwatergootje en afvoergaatje regelmatig
schoonmaken zodat het dooiwater ongehinderd
kan weglopen.

Levensmiddelen inruimen

Let op de koudezones in de koelruimte!

Door de luchtcirculatie in de koelruimte ontstaan
verschillende koudezones.
De koudste zone
D
bevindt zich tussen de aan de zijkant afgebeelde pijl
en de glasplaat eronder.
Attentie:
in de koudste zones gevoelige levensmiddelen
opslaan zoals vis, worst en vlees.
De warmste zone
D
bevindt zich helemaal bovenaan bij de deur.
Attentie:
in de warmste zone bijv. kaas en boter bewaren.
Tijdens het serveren behoudt de kaas zijn aroma en
de boter blijft smeerbaar.
49