Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Seav LRX 2197 Bedienungsanleitung Seite 47

Elektronische schalttafel
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 19
werking opsporen door middel van een Software test. In het geval van storingen of slechte
werking van de Input/Output mechanismen zal de centrale zijn situatie aangeven door om
de 5 seconden, voor een maximale tijdsduur van 1 minuut, de uitgang 230 Vac 500W voor
het aansluiten van het knipperlicht of de bijverlichting in en uit te schakelen.
Hiermee worden storingen gecontroleerd op basis van de Categorie 2 van de norm EN 954
-1. Als zich een van deze storingen voordoet dient noodzakelijkerwijs een gekwalificeerde
installateur te worden ingeschakeld.
Test Driver Motor: De centrale beschikt over twee drivers voor de controle van de motor.
Bij slechte werking activeert de centrale de beweging van het rolluik niet. Dit falen van de
test wordt visueel aangegeven door het tegelijkertijd knipperen van alle Leds, behalve van
de LED T. MOT, die vast aan blijft staan. We raden u aan onmiddellijk een gekwalificeerde
installateur in te schakelen voor het verhelpen van de storing. Zodra de juiste werking is
hervat, kunt u de centrale weer elektrisch voeden. De storingstoestand wordt gewist en de
centrale is klaar voor normaal gebruik.
Test Veiligheidsmechanismen DS1 - DS2 - DS3: De centrale is uitgerust voor het aan-
sluiten van veiligheidsmechanismen (zie sectie Aanwijzingen voor de Installateur) die vol-
doen aan het punt 5.1.1.6 van richtlijn EN 12453. Bij een mislukte aansluiting en/of een
slechte werking activeert de centrale de beweging van het rolluik niet. Dit falen van de test
wordt visueel aangegeven door het tegelijkertijd knipperen van alle Leds, behalve van de
LED DS1, LED DS2 of LED DS3, aan de hand van welk mechanisme de storing heeft aan-
gegeven. Nadat de storing is vastgesteld zorgt de centrale ervoor dat bewegingen alleen
plaats kunnen vinden bij aanwezigheid van een persoon. Ofwel door middel van het scha-
kelpaneel of door middel van de afstandsbediening (bij werking met een afstandsbedie-
ning met twee toetsen is de toets van de sluiting uitgeschakeld. Bij werking met een
afstandsbediening met drie toetsen zijn de toetsen van de sluiting en van de stop uitge-
schakeld). We raden u aan onmiddellijk een gekwalificeerde installateur in te schakelen
voor het verhelpen van de storing. Zodra de juiste werking is hervat, kunt u de centrale
weer elektrisch voeden. De storingstoestand wordt gewist en de centrale is klaar voor nor-
maal gebruik.
DIAGNOSTIEK HARDWARE:
Test opdracht PUL:
Bij de ingang van de PUL opdracht op laagspanning is de centrale voorzien van een Rode
signaleringsled, zodat de staat ervan snel kan worden gecontroleerd.
Werkingslogica: LED aan, ingang gesloten - LED uit, ingang open.
Test Veiligheidsmechanisme DS1:
Bij de ingang van het veiligheidsmechanisme DS1 op laagspanning is de centrale voorzien
van een Rode signaleringsled, zodat de staat ervan snel kan worden gecontroleerd.
Werkingslogica: LED aan, ingang gesloten - LED uit, ingang open.
Test Veiligheidsmechanismen DS2 - DS3:
Bij de ingang van de veiligheidsmechanismen DS2 en DS3 op laagspanning is de centra-
le voorzien van twee Rode en Groene signaleringsleds, zodat de staat ervan snel kan wor-
den gecontroleerd. Werkingslogica: Rode LED aan, ingang gesloten. Groene LED aan,
ingang gesloten met gebalanceerd mechanisme (type 8,2K ohm). Rode en Groene LEDS
uit, ingang geopend.
A
I
ANWIJZINGEN VOOR DE
NSTALLATEUR
De centrale is ontworpen om de installateur toe te staan de afsluiting te automatiseren in
het respect van de Machine Richtlijnen en de CPD.
De veiligheid van de uiteindelijke installatie en het respecteren van de normatieve voor-
schriften is voor zorg van degene die de verscheidene onderdelen assembleert teneinde
een volledige sluiting samen te stellen.
Om aan de verplichte normen te kunnen voldoen (EN 12453 - EN 12445 - EN60335-2-
103) beschikt de centrale over een aansluiting voor de volgende veiligheidsmechanismen:
• Gevoelige profielen voor de bevestiging op een beweegbare rand (voor het beperken
van de kracht).Controle uitvoeren overeenkomstig categorie 2 van de norm EN 954-1 en
volgens hetgeen wordt aangegeven door punt 5.1.1.6 van de norm EN12453. Het is nood-
zakelijk dat aan het einde van de installatie een controle wordt uitgevoerd van de effectie-
ve beperking van de kracht, zoals wordt aangegeven in de richtlijnen EN 12453 en EN
12445.
• Fotocellen gecontroleerd overeenkomstig de categorie 2 van de norm EN 954-1 en vol-
gens hetgeen aangegeven in punt 5.1.1.6 van de norm EN12453.
Het bereiken van het minimale niveau van bescherming van de hoofdrand van de afslui-
ting valt onder verantwoordelijkheid van de installateur.
Door de centrale op juiste wijze te programmeren en de veiligheidsmechanismen op een
correcte manier te installeren verzekert de installateur een minimaal beschermingsniveau,
zoals aangegeven in de paragraaf 5.5 van de norm EN 12453.
In het geval een storing wordt opgespoord in de veiligheidsmechanismen (5.1.1.6 EN
12453) schakelt de centrale automatisch over naar een opdracht zonder zelfvergrendeling.
Overeenkomstig de punten 5.1.1.4 van de norm EN 12453 en 4.1.1.4 van de norm
EN12445 is het noodzakelijk te controleren of de snelheid van de hoofdrand < 0,5 m/s is.
Bovendien moet men controleren of de stilstandsafstanden de waarden respecteren die
worden aangegeven in de richtlijn (nadat de knop wordt losgelaten mag de stilstandsaf-
stand niet groter zijn dan > 50 mm voor openingen van 500 mm en > 100 mm voor ope-
ningen van > 100 mm).
Overeenkomstig punt 4.1.2. van de norm EN 12445 dient u te controleren dat:
- de deur niet in staat is een massa van 20 kg op te tillen (of 40 kg voor deuren die wor-
den gemonteerd op plaatsen die niet toegankelijk zijn voor het publiek), vanuit een geslo-
ten toestand. De massa moet aan het paneel van de deur worden bevestigd, in de meest
ongunstige positie. De maximale afmeting de massa moet in elke richting 300 mm bedra-
gen, of
- als de deur in staat is een massa van 20 kg op te tillen (of eventueel 40 kg), moet de deur
stoppen voordat het opgetilde voorwerp de hoofdbalk bereikt, of andere vaste onderde-
len van het gebouw.
Als alternatief staat de norm toe het anti-optil gevaar te ontwijken door installaties uit te
voeren waarvan de sluitingen geen haken bezitten, openingen of uitstekende delen, waar
een persoon aan vast zou kunnen blijven haken. Op deze manier zal het niet mogelijk zijn
door de deur te worden geduwd of opgetild.
Gebruik de centrale nooit voor het installeren van deuren van uitgangen of noodparcour-
sen
- 47 -

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis