nl
Storing
Het apparaat koelt niet.
De temperatuur in de
verskoelruimte is te koud
of te warm.
68
Eventuele oorzaak
Het apparaat is
uitgeschakeld.
Stroomuitval; de zekering
is uitgeschakeld;
de stekker zit niet goed
in het stopcontact.
De vaste instelling is te
hoog of te laag ingesteld.
Oplossing
Toets Aan/Uit afb. 2/1 indrukken.
Controleer of er stroom is.
Controleer de zekeringen.
De temperatuur in de verskoelruimte kan
gecorrigeerd worden (bijv. bij vorst in de
verskoelruimte).
Hiertoe de toets Aan/Uit afb. 2/1
uitschakelen. Toetsen afb. 2/2 en 2/1
tegelijkertijd indrukken tot de indicatie
afb. 2/4 knippert.
Hierna wordt de insteltemperatuur
knipperend aangegeven (bijv. 4 °C).
Om de temperatuur in te stellen: de toets
afb. 2/2 net zo vaak indrukken tot de
gewenste temperatuur wordt aangegeven.
Stand 0 koudste instelling
Stand 6 warmste instelling
Stand 4
fabrieksinstelling (rond 0 °C)
De cijfers op de indicatie komen niet
overeen met de temperaturen in °C in
de verskoelruimte.
De ingestelde temperatuur wordt na
1 minuut opgeslagen in het geheugen en de
indicatie schakelt weer terug naar de actuele
temperatuur in de koelruimte.
Attentie! Als de indicatie afb. 2/4 niet
knippert, dan werden de toetsen per ongeluk
langer ingedrukt. Het apparaat weer
uitschakelen en van voren af aan beginnen
zoals hierboven beschreven.