Inhaltsverzeichnis
Werbung
9. In bedrijf stellen
Wanneer de IO 112 geïnstalleerd is zoals beschre-
ven in 6. Installatie, dient het in bedrijf stellen uit-
gevoerd te worden door een daartoe geautoriseerd
persoon.
1. Schakel de elektrische voeding naar de IO 112 in
voordat de pomp ingeschakeld wordt.
2. De IO 112 voert nu een zelftest uit. Alle signaal-
lampjes op het frontpaneel zijn enkele seconden
aan. Als de IO 112 geen storing ontdekt, zullen
de signaallampjes uit gaan. Als er een storing
ontdekt wordt, zal het signaallampje voor de
actuele storing oplichten.
3. Controleer of er geen waarschuwingen of alarm-
meldingen zijn voordat de pomp wordt inge-
schakeld.
10. Aanduiding
Aan de voorzijde van de IO 112 geeft een rij van zes
signaallampjes de gemeten waarde aan. Afhankelijk
van of de gemeten waarde ingesteld is op optellen of
aftellen, zullen de signaallampjes van onderaf of van
bovenaf oplichten.
AI
2
90
75
Reset
60
45
30
1
15
%
Afb. 11 Signaallampjes en reset toets op de
IO 112
Sym-
Pos.
Beschrijving
bool
Reset toets
Als de reset toets korter dan 3
seconden wordt ingehouden, zul-
len alle storing signaallampjes uit
gaan. Als de oorzaak van de stor-
ing niet verholpen is, zullen de sig-
naallampjes na drie seconden
1
Reset
weer aan gaan.
Als de reset toets langer dan 3
seconden wordt ingehouden, zal
het CNT signaallampje uit gaan,
en de waarde op de teller zal
gereset worden naar de start-
waarde.
Signaallampje voor pompstatus
Het signaallampje voor pomp-
2
status is aan wanneer de pomp in
bedrijf is en de terugkoppeling-
schakelaar K
3
4
IO 112
IO 112
PT CNT
5
120
600
100
500
80
400
60
300
40
200
20
100
o
C Pulse
6
- K
aan is.
1
2
AI signaallampje
Aan: Als de zes signaallampjes
die de waarde aangeven de geme-
ten waarde van de analoge ingang
AI
3
tonen.
Knippert: Tijdens het instellen van
de grenswaarden van de analoge
ingang en als de gemeten waarde
buiten het bereik van 4-20 mA ligt.
PT signaallampje
Aan: Als de zes signaallampjes de
gemeten waarden van de ingang
voor de temperatuur opnemer to-
nen.
PT
4
Knippert: Tijdens het instellen van
de grenswaarden voor de ingang
van de temperatuur opnemer, en
als de gemeten waarde hoger is
dan de ingestelde storingsgren-
swaarde.
CNT signaallampje
Aan: Als de zes signaallampjes de
gemeten waarden van de ingang
voor de teller tonen.
CNT
5
Knippert: Tijdens het instellen van
de grenswaarden voor de ingang
van de teller wanneer de gemeten
waarde boven de ingestelde stor-
ingsgrenswaarde komt.
•
Waarde-indicatie signaallampjes
•
•
De zes waarde-indicatie signaal-
•
•
lampjes tonen de tijdelijke waarde
•
6
van de gekozen parameter (AI, PT
of CNT). Ze worden ook gebruikt
voor het instellen van de gren-
swaarden van deze parameters.
10.1 Resetten van alarm
Alarmmeldingen kunnen worden gereset door middel
van klemmen R1 en R2 (pos. 9).
Handmatig resetten
Alarmmeldingen kunnen worden gereset door korts-
luiten van R1 en R2. De reset-toets (pos. 1) sluit ook
R1 en R2 kort.
Automatisch resetten
Als permanent kortsluiting wordt gemaakt tussen R1
en R2, worden alarmmeldingen automatisch gereset
wanneer de oorzaak van het alarm verdwenen is.
11. Onderhoud
De IO 112 heeft geen onderhoud nodig. De IO 112
mag alleen worden gereinigd met een stofvrije doek.
12. Service
De IO 112 kan niet worden geserviced. Als de mod-
ule defect is dient deze te worden vervangen.
119
Werbung
Kapitel
Inhaltsverzeichnis
