Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Bedieningselementen - GGP ITALY F 72FL Gebrauchsanweisung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für F 72FL:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

Breng tenslotte de versterkende staaf (12) aan 
onder het frame, houd het platte deel naar de 
doek gericht, en gebruik de meegeleverde 
schroeven en bouten (13) in de aangegeven 
volgorde.
3.8 MONTAGE VAN DE ZIJDELINGSE
BOORDEN VAN DE SNIJGROEP
(Afb. 3.6
Monteer de twee zijdelingse rechtse (1) en 
linkse (2) boorden, let erop dat ze in de juiste 
richting gemonteerd worden en bevestig ze met 
de meegeleverde schroeven (3) en moeren (4).

4. BEDIENINGSELEMENTEN

4.1 STUURWIEL (Afb. 4.1 n.1)
Hiermee kunnen de voorwielen bestuurd wor-
den.
4.2 GASHENDEL (Afb. 4.1 n.2)
Hiermee kan het toerental van de motor bepaald 
worden. De diverse standen staan als volgt aan-
geven op de sticker:
  «STARTER» koud starten 
    « LANGZAAM» minimaal toerental van de 
motor
  «SNEL» maximaal toerental van de motor
–    D e«STARTER» stand veroorzaakt een ver-
rijking van het mengsel en dient alleen te wor-
den gebruikt bij de start met een koude motor, 
uitsluitend voor zolang dit strikt nodig is.
–    T ijdens het rijden dient er een stand 
tussen«LANGZAAM» en«SNEL» gekozen te 
worden.
–    Z et de gashendel tijdens het maaien in 
de«SNEL» stand.
4.3 HANDREM (Afb. 4.1 n.3)
De handrem voorkomt dat de machine gaat 
rijden na het parkeren. De hendel heeft twee 
standen:
«A»  =  Rem uitgeschakeld 
«B»  =  Rem ingeschakeld
–    O m de handrem in te schakelen dient het 
pedaal (4.11 ofwel 4.21) volledig te worden 
ingetrapt en de hendel in stand «B» gezet te 
worden; als de voet van het pedaal gehaald 
wordt blijft het in deze lage stand staan.
–    O m de handrem weer uit te schakelen dient 
het pedaal (4.11 ofwel 4.21) weer te worden 
ingetrapt, waarna de hendel automatisch te-
rug komt in stand «A».
4.4 CONTACTSLOT (Afb. 4.1 n.4)
Het contactslot heeft vier verschillende standen:
    « STOP»  alles is uitgeschakeld;
    « LICHTEN AAN»;
    « DRAAIEN»  alle diensten zijn ingescha-
keld;
    « START»  schakelt de startmotor aan.
–    Z odra vanuit de «START» stand de sleutel 
losgelaten wordt, komt deze vanzelf weer in 
de «DRAAIEN» stand terug.
–    N a de motor gestart te hebben, gaan de lich-
ten aan (indien aanwezig) door de sleutel in 
de stand «LICHTEN AAN» te zetten.
–    o m de lichten uit te zetten moet u de sleutel 
weer op "RIJDEN" zetten.
4.5 CONTROLELAMPJE E SIGNAALIN-
RICHTINGEN (Afb. 4.1 n.5)
Dit controlelampje gaat branden wanneer de 
sleutel (4.4) zich in de stand «DRAAIEN» be-
vindt en blijft branden tijdens de werking.
–    W anneer dit lampje knippert betekent dit dat 
er een toestemming ontbreekt om de motor te 
starten (zie 5.2).
–    H et akoestisch signaal meldt, wanneer de 
snij-inrichting ingeschakeld is, dat de opvang-
zak vol is (zie 5.3.6).
4.6 COMMANDO VOOR INSCHAKELING
EN REM VAN DE SNIJ-INRICHTINGEN
(Afb. 4.1 n.6)
Deze hendel heeft twee standen die op de stic-
ker staan aangegeven:
    P ositie «A» =   S nij-inrichtingen 
    P ositie «B» =   S nij-inrichtingen 
–    H et inschakelen van de messen zonder het 
in acht nemen van de voorgeschreven veilig-
heidsmaatregelen veroorzaakt het afslaan 
van de motor die niet meer kan worden aan-
8
uitgeschakeld 
ingeschakeld 

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis