Onderhoudsinstructies - Ottobock 50A10N Omo Immobil Gebrauchsanweisung

Zo nodig (bijv. bij zwaarlijvige patiënten) kan de druk in het
INFORMATIE
schouder- en halsgebied met behulp van de meegeleverde losse riemde-
len worden verminderd. Om deze te bevestigen, kunt u de twee aan de
schoudervulling aangebrachte haakdelen met klittenband gebruiken. Leg
de riemdelen kruislings op elkaar en bevestig ze met behulp van de haak-
delen met dubbelzijdig klittenband aan de tailleriem. Kort de riemdelen zo
nodig in (afb. 12).
Controleer voordat u de bandage aan de patiënt overhandigt, of deze goed zit.
Let er daarbij op of de bandage in de oksel geen drukplekken
INFORMATIE
veroorzaakt en of de humeruskop niet omhoog wordt gedrukt.
Zo nodig kan de orthopedisch instrumentmaker het buisframe ter hoogte
van de bekkenkam individueel aanpassen.
2.3 Gebruiksinstructies
LET OP
Beschadiging door slijtage. De bandage dient telkens voor gebruik
gecontroleerd te worden op zijn functionaliteit, op slijtage en op bescha-
digingen. Zodra een sluiting of een ander onderdeel van de bandage slij-
tageverschijnselen vertoont, mag de bandage niet meer worden gebruikt.
Het product mag niet op onoordeelkundige wijze worden gemodificeerd.
De bandage mag uitsluitend worden gedragen op indicatie. De aanwijzin-
gen van de arts dienen daarbij te worden opgevolgd.
In vergelijking met gipsverband biedt de bandage meer draagcomfort. Dit
is te danken aan het geringe gewicht, de hygiënische eigenschappen en
de instelbaarheid van de positie van de arm.
Geadviseerd wordt onder de orthese een T-shirt of hemd te dragen.

2.4 Onderhoudsinstructies

De bekleding van textiel en de riemen kunnen met een normaal fijnwasmid-
del op 30° worden gewassen. Maak hiervoor de handsteun en het abduc-
tiekussen met behulp van het klittenband los van de bandage. Verwijder
vervolgens alle klittenbandsluitingen en het buisframe. Spoel de gewassen
onderdelen goed uit tot alle zeepresten verwijderd zijn, omdat deze huidir-
ritaties kunnen veroorzaken. Zorg ervoor dat de gewassen delen tijdens het
drogen niet wordt blootgesteld aan directe hitte (zonnestraling of de hitte
Ottobock | 51