Ottobock 50A10N Omo Immobil Gebrauchsanweisung Seite 50

De schouderriem en de tailleriem kunnen zo nodig door de orthopedisch
instrumentmaker worden ingekort. Maak hiervoor de klittenbandsluiting los
van de riem, kort de riem in en maak de sluiting vervolgens weer vast. Met
het oog op het gebruiksgemak moeten de klittenbandverbindingen aan de
voorkant van de romp komen te zitten.
Exorotatie instellen bij de 50A11N Omo Immobil Rotation
Om de exorotatie-elementen (29A222) te bevestigen, maakt u de klit-
tenbandverbinding van de bovenarm- en onderarmbekleding los, zodat u
de onderarmbekleding van het buisframe kunt afhalen (afb. 4). Verwijder
vervolgens de borgpennen, trek het onderarmelement los en vervang dit
door het gewenste exorotatie-element (afb. 5). De exorotatie kan worden
ingesteld op 10°, 20° of 30°. Maak de buisconstructie weer vast met de
borgpennen en dek de buizen af met de onderarmbekleding. Verbind tot
slot de onderarm- en bovenarmbekleding weer met het klittenband.
2.2.2 Product aanbrengen
Het aanbrengen en afdoen van de bandage moet gebeuren
INFORMATIE
door twee personen, zodat één van de twee de arm van de patiënt kan
vasthouden. De arm van de patiënt moet gebogen zijn.
1. Open de sluiting van de schouderriem en de sluitingen van de tailleriem
en de armriemen.
2. Leg de bandage van onder af tegen de arm en de romp en leg de schou-
derriem diagonaal over de contralaterale (gezonde) schouder (afb. 6).
Positioneer de aan de schouderriem bevestigde schoudervulling tegen
de hals (m. trapezius). Haal de riem door de aan het rompgedeelte aan-
gebrachte smalle gesp en klit de riem vast (afb. 7). Met het klittenband
kan de positie van de gesp individueel worden ingesteld.
3. Haal de tailleriem door de gesp en maak de riem vast (afb. 8). De
hoogte van de met klittenband bevestigde tailleriem kan individueel
worden aangepast.
4. Stel met behulp van het klittenband de handsteun zo in, dat deze op de
juiste plaats komt te zitten (afb. 9). Sluit eerst de onderarmriemen en
daarna de bovenarmriem (afb. 10). De sluitrichting van de armriemen
kan individueel worden ingesteld (van binnen naar buiten of van buiten
naar binnen). Om ervoor te zorgen dat de bovenarm in de bandage be-
ter op zijn plaats blijft zitten, kan optioneel de meegeleverde extra riem
worden gebruikt (afb. 11).
50 | Ottobock