Ottobock 50A10N Omo Immobil Gebrauchsanweisung Seite 49

Andere functionele elementen, zoals fixatieriemen, een handsteun en een
abductiekussen zijn met klittenband aan de bandage bevestigd.
De 50A11N Omo Immobil Rotation heeft daarnaast diverse elementen
voor het instellen van de exorotatie op 10°, 20° of 30°. Het voor de patiënt
benodigde element kan door het losmaken van twee borgpennen aan de
buisframeconstructie worden bevestigd.
2 Voorbereiding en gebruik
2.1 Keuze van de bandagemaat
Welke bandagemaat er gekozen moet worden, is afhankelijk van de li-
chaamslengte.
2.2 Product aanpassen en aanbrengen
De eerste keer dat het product wordt aangepast en gebruikt, dient dat te
gebeuren door resp. onder begeleiding van geschoold personeel.
2.2.1 Product aanpassen
Lichaamszijde instellen
De schouderbandage is bij aflevering ingesteld op gebruik voor de rechter-
arm. Om de bandage in te stellen op de linkerzijde van het lichaam, maakt
u de tailleriem en de handsteun los en bevestigt u deze in spiegelbeeld
aan de andere kant van het rompgedeelte van de bandage (afb. 2). Let
hierbij op dat de gesp van de tailleriem aan de voorkant komt te zitten.
Maak de armsluitingen en de sluiting van de schouderriem los. Haal de
schoudervulling niet van de schouderriem af. Draai de vulling op de riem
na instelling van de bandage voor de linkerschouder om, zodat de naad
zo ver mogelijk van het lichaam af komt te zitten.
Abductiehoek instellen
Met de abductiekussens met klittenband kan de gewenste abductiehoek
worden ingesteld. Klap de bandage hiervoor open en zet het abductiekussen
tegen het bovenste draaipunt van het scharnier - de verbinding tussen het
romp- en het armgedeelte van de bandage - op het armgedeelte (afb. 3).
Klap het armgedeelte vervolgens om. Klit bij een abductiehoek van 0° het
haakdeel met dubbelzijdig klittenband vast op de hiervoor beschreven plaats.
Schouder- en tailleriem inkorten
Om er zeker van te kunnen zijn dat de bandage het beoogde effect
INFORMATIE
heeft, moet deze altijd stevig om het lichaam zitten. De individuele aanpas-
sing is een belangrijke voorwaarde voor het succes van de behandeling.
Ottobock | 49