Herunterladen Diese Seite drucken

Elektrische Aansluiting; Controle Van De Draairichting; N.b - Grundfos Unilift AP12 Montage- Und Betriebsanleitung

Tauchmotorpumpen
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für Unilift AP12:

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 29

3. Elektrische aansluiting

Afhankelijk van plaatselijke voorschriften
moet bij gebruik als verplaatsbare pomp
Voorzichtig
voor diverse toepassingen, een pomp met
10 meter stroomkabel worden gebruikt!
De elektrische aansluiting dient te worden uitge-
voerd overeenkomstig de ter plaatse geldende voor-
schriften.
De pomp dient op een externe werkschakelaar te
zijn aangesloten. Een werkschakelaar, die zich niet
in de directe omgeving van de pomp bevindt, moet
vergrendelbaar zijn.
De bedrijfsspanning en frequentie zijn op de type-
plaat vermeld. Overtuig u ervan dat de motor
geschikt is voor de netspanning waarop hij zal wor-
den aangesloten.
Waarschuwing
Sluit de pomp uit voorzorg aan op een
geaard contact. Bij permanente opstelling
dient een aardlekschakelaar (ELCB) toe-
gepast te worden met een uitschakel-
stroom van < 30 mA.
Waarschuwing
De veiligheidsaarde van het stopcontact
moet worden verbonden met de veilig-
heidsaarde van de pomp. De stekker moet
daarom gebruikmaken van hetzelfde PE-
aansluitsysteem als waartoe de stekker-
doos behoort. Als dat niet het geval is,
gebruikt u een geschikte adapter.
3-fasen pompen moeten worden aangesloten op een
externe motorbeveiligingsschakelaar met een con-
tactafstand van tenminste 3 mm. De ingestelde
nominale stroom van de motorbeveiliging moet over-
eenkomen met de elektrische specificaties op het
typeplaatje van de pomp.
Voor het aansluiten van een niveauschakelaar is een
magneetschakelaar met thermische beveiliging
nodig.
1-fase pompen zijn voorzien van een thermische
overbelastingsbeveiliging en hebben geen verdere
motorbeveiliging nodig.
Wordt de motor overbelast dan stopt de
pomp. Wanneer de motor is afgekoeld tot

N.B.

de normaal toegestane temperatuur, dan
start de pomp automatisch.

3.1 Controle van de draairichting

Alleen bij 3-fasen pompen
De draairichting moet steeds worden gecontroleerd
als de pomp aan een ander net wordt aangesloten.
Controleer de draairichting als volgt:
1. Plaats de pomp zodanig dat de waaier zichtbaar
is.
2. Laat de pomp heel even draaien.
3. Controleer of de waaier in dezelfde richting draait
als aangegeven door de pijl op de zuigkorf (vanaf
de bodem gezien met de klok mee). Draait de
waaier in de verkeerde richting, verwissel dan
twee fasen.
Indien de pomp in een pijpleiding is geïnstalleerd,
kan de draairichting als volgt worden gecontroleerd:
1. Start de pomp en controleer de opbrengst of de
persdruk.
2. Stop de pomp en verwissel twee fasen draden.
3. Start de pomp en controleer de opbrengst of de
persdruk.
4. Stop de pomp.
Vergelijk de opbrengst verkregen onder punt 1 en 3.
In de situatie waarin de pomp de grootste opbrengst
of de hogere druk geeft is de draairichting correct.
103

Werbung

loading

Diese Anleitung auch für:

Unilift ap50Unilift ap35