6.3.5. Spuitgereedschap
Controleer lansen en pistolen op lekkage, uiterlijke beschadigingen en haarscheuren.
Indien beschadigd of lekkage moeten deze onmiddellijk worden vervangen.
Controleer het spuitbeeld van de waterstraal, indien deze teveel uitwaait de sproeikop laten vervangen.
Controleer de beschermkap- sproeikop op beschadigingen en indien nodig vervangen.
Controleer de schroefdraad van de koppelingen op uiterlijke beschadigingen.
Bij beschadiging deze dadelijk laten vervangen.
6.3.6. Elektrisch gedeelte
Controleer zichtbare elektrische bedrading en componenten (o.a. schakelaars) op uiterlijk zichtbare beschadi-
gingen. Indien beschadigd de betreffende delen laten vervangen.
6.3.7. Motor
Motorolie: controleer het oliepeil met de peilstok (zie bijgevoegde handleiding motor).
Olie verversen: de olie bij nog warme motor aftappen, om er zeker van te zijn, dat deze er snel en volledig
uitloopt. Olievuldop en aftapstop verwijderen om de olie af te tappen.
De aftapstop terug indraaien en vast aantrekken. Met de aanbevolen olie vullen en het oliepeil kontroleren.
De olievuldop terug aanbrengen. Inhoud olie: 0.6 ltr.
Oliepeilstok
Olievuldop met aflaatplug
Controleer het oliepeil van de reductiekast (als aanwezig).
Luchtfilter: controleer of er geen vervuiling voor de luchtopening zit.
Brandstoffilter: controleren op vervuiling en eventueel reinigen of vervangen.
6.3.8. Olie aftappen hogedrukpomp
Schuif een lekbak onder de aftapplug. Verwijder de aftapplug.
Laat alle olie in de lekbak lopen. Monteer de aftapplug (met een nieuwe pakkingring).
6.3.9. Olie vullen hogedrukpomp
Verwijder de oliepeilstok. Vul het pompcarter met olie tot het oliepeil gelijk komt met het midden van het
peilglas (type olie: technical data).
Controleer het oliepeil aan de hand aan de merkstrepen op de peilstok. Breng de peilstok weer aan.
6.3.10. Gebruikte olie afvoeren
Giet de afgetapte olie in een kan. Lever de afgetapte olie in bij uw dealer of bij een bevoegde instantie.
DiBO n.v. 21