Deze modules hebben geen uitwerking op de verbruiksre-
gistratie en kunnen daarom te allen tijde achteraf worden
aangebracht zonder inbreuk op het label.
▪
Toegelaten modulecombinaties:
AM = analoge module
MB, MB G4, MB MI =
M-Bus module
IM = Impulsmodul
AM
MB
MB G4
MB MI
*)
▪
alleen 1 module met snelle impulsen mogelijk
▪
alleen op slot 2 toegestaan
▪
min. impulsduur:
▪
2 ms, wanneer impulsmodule 1 niet is uitgerust
▪
5 ms, wanneer impulsmodule 1 is uitgerust
**) Bij het achteraf aanbrengen van een tweede impulsmo-
dulen in slot 1 kan de ingestelde impulsduur voor module 2
veranderen!
1.Impulsuitgangen van de snelle impulsen min. 5 ms
2.Voor het eerste en tweede kanaal kunnen elk individueel
parameters worden ingesteld
3.Het secundaire adres van beide modules kan alleen via
module nr. 1 worden gewijzigd
4.Bij tellers met spanningsvoeding 110 V / 230 V is de
analoge module op slot 2 niet mogelijk.
68/108
Slot 2 is uitgerust met
IM
ja
ja
ja
ja
ja
(3)
ja
ja
ja
ja
ja
(3)
(2)
(1)
nee nee nee nee nee nee
ja
ja
ja
ja
ja
(3)
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ista International GmbH - Grugaplatz 2 - 45131 Essen
Montage
a)
Montage teller
1.
Leidingen overeenkomstig DIN/EN spoelen. Voor het
land specifieke bepalingen naleven!
2.
Letten op stroomrichting en met de pijl op de teller ver-
gelijken.
3.
Watertoevoer voor en achter de inbouwplaats afslui-
ten
nee
4.
Zo nodig passtuk demonteren.
5.
Dichtingsvlakken reinigen.
nee
6.
Slechts één nieuwe profielafdichting inleggen.
7.
Nieuwe dichting aanbrengen.
8.
Letten op stroomrichting en met de pijl op de teller ver-
gelijken.
9.
meter inbouwen.
10. Alle verbindingselemente aanhalen (bij flensverbin-
nee
ding moeren kruisgewijs aanhalen).
11. De temperatuurvoelers, afhankelijk van de uitvoering,
nee
in T-stukken, kogelkranen of dompelhulzen monteren.
nee
b) Wandmontage meter (optioneel)
1.
De rekeneenheid naar boven van de houder af trek-
ken.
2.
Houder met kruisschroevendraaier afschroeven.
3.
Voor het boren van de gaten moet gecontroleerd wor-
den, of er zich op de plaats van de montage onder het
plaaster geen gas-, stroom- of waterleidingen gelegd
zijn.
4.
Gat in wand boren (6 mm).
5.
Pluggen plaatsen.
6.
Montageplaat tegen de wand bevestigen.
Afstand tussen rekenwerk, flowmeter en de montage-
plaats van de temperatuurvoelers zodanig kiezen dat
de kabellengten volstaan.
7.
Rekeneenheid bovenaan de montageplaat bevesti-
gen.
c) Montage accu
1.
Lipjes aan de zijkant van het deksel van de behuizing
naar binnen drukken en deksel wegnemen.
2.
Afdekking tegen de klok in tot aan de aanslag draaien.
3.
Rode sluitklep conform de batterijkeuze omzetten (lin-
kervak voor 2x „AA" c.q. „C", rechtervak voor „D").
G.83.0098 - Release 8.1.0 CH 2014
http://www.ista.com