Herunterladen Diese Seite drucken

Hach ORBISPHERE 6110 Allgemeines Benutzerhandbuch Seite 235

Package analyzer v3

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 27
mogelijk diverse bewerkingen direct vanaf de PC uit te voeren. Om deze opties te gebruiken, moet
het instrument verbonden zijn met het netwerk.
Onderin het scherm voor de Ethernet-verbinding moet het vereiste vakje voor gegevenstoegang
aangevinkt worden.
Web browser configuration (Configuratie webbrowser)
Verkrijg toegang tot de informatie door een internetbrowser te starten op de PC en "http://" in te
geven met daarachter de naam die aan het instrument is toegewezen. De homepagina wordt dan
weergegeven. Het is vereist een geldige combinatie van gebruikersnaam en wachtwoord in te geven
(zoals gedefinieerd in
dan getoond worden. Klik op Expand all (alles uitklappen) om alle beschikbare opties te zien.
OPC-client
OPC (Open Process Control) is ene software-interfacestandaard die het mogelijk maakt voor
programma's op Windows-PC's om te communiceren met industriële hardware. De OPC-
clientsoftware wordt geïnstalleerd op een PC en deze communiceert direct met de OPC-server die in
het 6110-instrument ingebed is. Om de link te activeren, wordt optie OPC in het scherm met de
Ethernet-configuratie aangevinkt.
De eerste keer dat deze optie wordt geselecteerd, is een registratiesleutel nodig. Deze is te vinden
op het doosje van de geleverde CD-ROM. Geef de registratiesleutel in. Na validatie wordt op de
informatieknop naast het selectievakje voor OPC gedrukt om het CLSID-nummer weer te geven.
Geeft het ID van het instrument in (wordt getoond in het vak met de apparaat naam in het
configuratiescherm) en het CLSID in de OPC-clientsoftware op de PC om de tweeweg-netwerklink
naar het instrument tot stand te brengen.
Geplande bewerkingen
Definieer het onderhouds- en kalibratieschema voor alle sensoren die in het instrument geïnstalleerd
zijn.
• Manual Calibration (handmatige kalibratie) - selecteer een sensor en controleer de
activeringsvlaggen naar behoefte. Kies uit de beschikbare opties de gewenste frequentie.
Wanneer dit ingesteld is, geeft het systeem een geel bericht in de statusindicator om te informeren
wanneer een kalibratie van de sensor nodig is.
• Verification (verificatie) - definieer de verificatiefrequentie voor geselecteerde sensoren
• Routine maintenance (routinematig onderhoud) - definieer een onderhoudsfrequentie voor de
geselecteerde opties voor instrumentonderhoud
• Service (onderhoud) - definieer een onderhoudsfrequentie voor de geselecteerde
onderhoudsopties van het instrument
Kalibratie
De kalibratieoptie is beschikbaar voor alle interne sensoren:
1. Barometrische druksensor
2. Druksensor
3. Temperatuursensor
4. CO
-sensor
2
5. Stromingssensor
6. O
-sensor
2
Opmerking: De hierboven aangegeven volgorde moet worden gevolgd voor kalibraties (als bijv. de O
gekalibreerd wordt, moeten eerst de barometrische sensor, druksensor en temperatuursensor in die volgorde
worden gekalibreerd).
Na het selecteren van een sensor voor kalibratie worden de gegevens van de laatste kalibratie
weergegeven. Hier worden de vastgelegde waarden getoond alsmede informatie over wie de laatste
kalibratie heeft uitgevoerd en wanneer dit gebeurd is. De vervaldatum voor de volgende kalibratie
wordt ook getoond. Er wordt na afronding van een nieuwe kalibratie een rapport gecreëerd. Door in
het kalibratiescherm te kiezen voor optie Calibration reports (kalibratierapporten) kunnen de laatste
10 rapporten bekeken worden.
User management (Gebruikersbeheer)
op pagina 233). Het initiële scherm zal
-sensor
2
Nederlands 235

Werbung

loading