Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Team Electronic RoadCom-FS Bedienungsanleitung Seite 29

Full multi norm / c / df
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für RoadCom-FS:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 3
Nederlands
4) Microfoon DM-106S
De microfoon ( 1 ) kan in de 6 pin ( 10 ) op het front paneel aansluiten. Er is geen zend en
ontvangst mogelijk zonder microfoon. De aansluiting is volgens de GDCH standaard.
PIN 1 Modulatie
PIN 2 Luidspreker
PIN 3 PTT
PIN 4 Up/Down
PIN 5 Massa
PIN 6 +12 Volt
Soldeer zijde van de microfoon connector.
De standaard microfoon DM-106S, die bij de RoadCom-FS wordt geleverd is voorzien van
een kanaal selectie en signaal toon. Deze microfoon is de beste keuze voor uw RoadCom-
FS. Als u een andere dan de meegeleverde microfoon wilt gebruiken moet u ervan verzekerd
zijn dat het microfoon kapsel ook bij een losgelaten PTT toets met de zend-ontvanger blijft
verbonden anders kan de VOX-functie van de RoadCom-FS (spraak sturing van de zender)
niet werken.
5) Spanning bron.
Voordat u de spanning aansluit op de DC kabel moet de zendontvanger zijn uitgeschakeld.
Sluit dan de DC kabel aan op de connector (22) op het achter front. Om de zender te
beschermen tegen verkeerde polariteit, kan de plug maar op een manier worden aangeslo-
ten op de connector. (22)
Sluit dan de twee kale uiteinden van de kabel op de accu van de auto aan. De zender is
geschikt voor werking met negatieve massa op het elektrische systeem 13,8volt DC / 24volt
DC. Legt de kabel zover mogelijk weg van aggregaten die interferentie kunnen verzorgen.
Let bij het aansluiten op de correcte polariteit.
ZWART
Sluit deze aan op de - MIN/ massa van de auto accu.
ROOD
Sluit deze aan op de 12/24 volt + PLUS van de auto accu.
Bij het verwijderen van de plus blijven de laatste instellingen na het uitschakelen van de zen-
der bewaard.
Nadat de microfoon. Antenne en voeding correct zijn aangesloten kunt u met starten met de
verbindingen.
56
De werking van TEAM RoadCom-FS
1) Inschakelen [Vol/Off]
Voor de eerste maal inschakelen zal de ruis regelaar (8) [SQ/Asq] tot de linkeraanslag worden
gedraait. Het apparaat wordt ingeschakeld door de volume regelaar (7) [Vol/Off] naar rechts te
draaien. Het apparaat bevindt zich bij de eerste maal inschakelen, na een onderbreking van de
spanningstoevoer op kanaal 9 in de mode FM. De achtergrond van de uitlezing licht nu oranje
of blauw op en de ontvangstruis of een andere station wordt hoorbaar. Stel nu de gewenste luid-
sterkte in. Alle instellingen die bij de werking van het apparaat zijn gebruikt, blijven na het uit-
schakelen behouden, zolang de stroomverzorging niet wordt onderbroken.
2) Ruisonderdrukking [SQ/Asq]
Het storende ruisen, dat steeds bij een vrij kanaal optreedt, kan door het naar rechts draaien
van de ruis regelaar (8) [SQ/Asq] worden onderdrukt. De regelaar zal nu zover worden
gedraait totdat de ruis wordt onderdrukt Bij een kritische instelling van de ruisonderdrukking
kan zo nu en dan een korte ruis optreden, zonder dat er een station op het kanaal bevindt.
Verder naar rechts draaien onderdrukt de zwakke stations, maar ook de sterke stoor signa-
len. Bij een vaste squelch instelling kan bij de werking van de scan functie er een niet-erken-
ning van een bezet kanaal voorkomen. Door naar links te draaien, over de squelch schake-
laar heen, wordt de automatische squelch ingesteld [Asq] De squelch instelling is dan intern
op een vaste waarde ingesteld.
3) Bevestigingstoon
In de ontvangst mode worden bij ingave van de toetsen buiten de spraak sturingstoets (13)
(= Vox-toets), de zendtoets (4) [PTT], de oproeptoets (5) [SIGNAL] en de kanalen draaischa-
kelaar (9) [Channel] met een korte toon bevestigd. U kunt deze bevestigingstoon uitschake-
len (15) [Scan] door ca. 2-3 Seconden ingedrukt te houden, tot een tweede bevestigingstoon
hoort. Nu worden de bevestigingen van de toetsen niet meer met een korte toon bevestigd.
Op dezelfde manier kan de bevestigingstoon weer worden ingeschakeld.
4) Kanaalkeuze [p] [q]
De Kanalen kunnen door het drukken op de kanaal toetsen (2) [p] en (3) [q] op de microfoon
of met de kanalen draaischakelaar (9) [Channel] worden ingesteld. In het LC-Display (6) ver-
schijnt de aanduiding van de kanalen met grote cijfers en de bijbehorende frequentie met de
kleine cijfers daar direct onder. Tijdens het zenden kan een ander kanaal worden ingesteld. De
kanaalnummers worden als een ring doorlopen, zodat de kanalen omhoog tellen van 1 tot 40
of 80 en omlaag tellend van 80 of 40 tot 1. Er kan alleen op een overeenstemmend kanaal-
nummer en modulatie met het tegenstation worden gecommuniceerd.
5) Toonregeling [Hi/Lo]
Het apparaat beschikt over een toon regeling (18) [Hi/Lo]. Bij het voor de eerste keer inscha-
kelen na een onderbreking van de spanningstoevoer is altijd de donkere ontvangst weerga-
ve ingeschakeld. En wordt met de LCD-Aanduiding (6) met het symbool LO aangegeven.
Voor het omschakelen naar een heldere ontvangst weergave drukt u op de toets (18) [Hi/Lo].
De instelling wordt met het symbool HI aangegeven. Op dezelfde manier kan de ontvangst-
toon ook weer op donker (symbool LO) worden omgeschakeld.
6) LCD-achtergrondverlichting [B]
Bij de eerste maal inschakelen, na een onderbreking van de spannings toevoer licht de achter-
grondverlichting van de LCD-Aanduiding (6) altijd oranje op. De achtergrondverlichting kan
Nederlands
57

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis