Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 20
d.w.z. de hoogste lasstroom. Deze wordt uitgedrukt als
een percentage van de tijd die wordt gewonnen met de
frequentie Fdp (fig. 3).
DdP= 0,1÷3 m/min
tdP
= 25÷75% di
T
= 1/
Fdp
(0,5÷5 Hz)
Draai aan de knop AN om het percentage aan te passen.
Instelbereik 25 - 75% (standaard 50%).
E)-Draai aan de knop AI tot het display de afkorting AdP
(booglengte van de hoogste stroom) weergeeft.
Instelbereik -9,9 - +9,9% (standaard 0).
Controleer bij het lassen of de booglengte dezelfde is
voor beide stroomwaarden; draai indien nodig aan de
knop AN om dit te corrigeren.
Opmerking: lassen in de dubbel-pulsfuncties is mogelijk.
Om na het doorvoeren van deze aanpassingen terug te
keren naar het normale display van het bedieningspaneel,
drukt u kort op de toets AE.
Als een aanpassing van de booglengte van de laagste
lasstroom/laagste draadsnelheid nodig is, moet u de
booglengte van de referentiesnelheid aanpassen.
Wanneer de referentiesnelheid verandert, moeten ook de
vorige instellingen worden herhaald voor de nieuwe snel-
heid.
12- Ito. (time-out tornen).
Het doel is het lasapparaat te stoppen als de draad uit de
toorts komt zonder dat er stroomtoevoer is.
De draaduitvoer uit de lastoorts kan worden ingesteld van
5 tot 50 centimeter met de knop AN. Nadat de functie is
opgeroepen, kan ze worden ingeschakeld (On) of uitge-
schakeld (Off).
13- Fac. (fabriek).
Deze functie heeft tot doel het lasapparaat terug te stel-
len op de oorspronkelijke instellingen van de fabrikant.
Wanneer de functie is geselecteerd, geeft het display AM
het volgende weer: noP = het lasapparaat wordt terugge-
steld op zijn oorspronkelijke instellingen met behoud van
de opgeslagen programma's, Prg = alle opgeslagen pro-
gramma's worden verwijderd, en ALL = het lasapparaat
wordt teruggesteld op zijn oorspronkelijke instellingen.
Druk op de toets AV om de gewenste functie op te slaan.
De afkorting die wordt weergegeven op het display AM
begint te knipperen; een geluidssignaal enkele seconden
later bevestigt dat de instelling is opgeslagen.
5.2. TIG-PROCES
1-
H2o (waterkoelunit) OPTIONEEL Art. 1683.
Zie punt 1 van de paragraaf over het MIG-proces.
R E F E R E N -
T I E S N E L -
HEID
T
Fig. 3
2- TRG.
Zie punt 2 van de paragraaf over het MIG-proces.
Het verschil betreft 3L en hoe de lasschakelaar wordt
ingedrukt.
Het lassen begint wanneer de lasschakelaar ingedrukt en
onmiddellijk losgelaten wordt; de opgeroepen stroom is
de startstroom SC.
Deze stroom wordt gehandhaafd tot de lasschakelaar
wordt ingedrukt en losgelaten; op dat ogenblik loopt de
oorspronkelijke stroom op tot de lasstroom die is inge-
steld met de knop AI.
Wanneer de lastoortsschakelaar nogmaals wordt inge-
drukt en losgelaten, loopt de lasstroom op tot de derde
stroom CrC. Deze wordt gehandhaafd tot de lastoorts-
schakelaar nogmaals wordt ingedrukt en losgelaten; nu
wordt het lassen onderbroken.
3- SLd (Slope down).
Instelbereik 0 - 10 seconden.
Bepaalt de aflooptijd van de stroom vanaf de laswaarde
tot het uitschakelen van de boog.
4- PrF (gasvoorstroomtijd).
Zie punt 6 van de paragraaf over het MIG-proces.
5- Pof (gasnastroomtijd).
Zie punt 7 van de paragraaf over het MIG-proces.
6- Fac. (fabriek).
Zie punt 13 van de paragraaf over het MIG-proces.
5.3. MMA-PROCES
1.
HS (Hot Start).
Instelbereik 0 - 100%.
Stelt de geleverde overstroom bij het ontsteken van de
boog in, een waarde die wordt geregeld met de knop AN.
2- LED AF - (Arc-force).
Instelbereik 0 - 100%.
Stelt de intensiteit van de boog in, een waarde die wordt
geregeld met de knop AN.
3- Fac. (fabriek).
Zie punt 13 van de paragraaf over het MIG-proces.
6 INSTALLATIE
Het lasapparaat moet geïnstalleerd worden door
bekwaam personeel. Alle aansluitingen moeten worden
gemaakt in overeenstemming met de geldende veilig-
heidsvoorschriften.
6.1 PLAATSING
Het lasapparaat weegt ongeveer 80 kg; zie bijgevolg voor
het heffen fig. 4.
Installeer het apparaat op een plaats waar een goede sta-
biliteit en een doeltreffende ventilatie verzekerd zijn, om
het binnendringen van metaalstof (bijv. als gevolg van
slijpwerken) te vermijden.

6.2 MONTAGE

Monteer de achterwielen.
Monteer de stekker op de voedingskabel en vergeet hier-
bij zeker niet de geel/groene draad te verbinden met de
aardingspen. Controleer of de voedingsspanning over-
eenstemt met de nominale spanning van het lasapparaat.
Bereid u voor op de stroomsterkte van de zekeringen via
de technische gegevens op het identificatieplaatje.
Plaats de cilinder op de steun O, zet hem vast met de rie-
81

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis