starten, ver van de hakmessen. Er
bestaat verwondingsgevaar!
•
Houd rekening met de bepalingen met
betrekking tot de geluidsoverlast en de
plaatselijke voorschriften. Het gebruik
van het apparaat kan op bepaalde da-
gen (bijv. zon- en feestdagen), op be-
paalde tijdstippen van de dag (tijdens
de middag, 's nachts) of in bepaalde
gebieden (bijv. bij kuuroorden, zieken-
huizen enz.) beperkt of verboden zijn.
•
Het apparaat mag niet gebruikt worden
voor het kleiner maken van stenen of
voor het omspitten van grasperken. De
kans bestaat dat het apparaat hierdoor
beschadigd wordt.
•
Gebruik het apparaat niet bij regen,
slecht weer of in een vochtige om-
geving (zoals bij tuinvijvers of zwem-
baden). Werk enkel bij daglicht of bij
goede verlichting.
•
Ga verstandig te werk. Werk niet met
het apparaat als u moe bent of onvol-
doende geconcentreerd of na het in-
nemen van alcohol of medicatie. Neem
altijd tijdig een pauze.
•
Zorg bij het werken voor een stevige
positie, vooral op hellingen. Werk altijd
dwars op de helling, nooit op- of af-
waarts. Wees bijzonder voorzichtig als
u de werkrichting op de helling veran-
dert. Werk niet op te steile hellingen.
•
Als op een hellend terrein het risico
van wegglijden bestaat, moet het ap-
paraat door een tweede persoon vast-
gehouden worden met een stang of
kabel. Deze persoon moet hoger op de
helling staan op voldoende afstand van
de werktuigen.
•
Houd het apparaat tijdens het werken
altijd vast met beide handen.
•
Zorg ervoor dat de handvaten droog
en proper zijn.
Let op bij het achteruitgaan. U kunt
struikelen!
•
Wees uiterst voorzichtig wanneer u de
machine keert of wanneer u ze nadert.
•
Indien het tot een blokkering van de
hakmessen door een vreemd voor-
werp komt, schakelt u het apparaat uit
en trekt u de netstekker uit. Verwijder
het vreemde voorwerp (bijvoorbeeld
wortel) voordat u het apparaat terug in
gebruik neemt.
•
Werk niet met een beschadigd, onvol-
ledig of zonder de toestemming van de
fabrikant omgebouwd apparaat. Werk
vooral niet met beschadigde of ontbre-
kende beveiligingsmechanismen.
•
Overbelast het apparaat niet. Werk
enkel in het aangegeven vermogens-
bereik. Gebruik geen lichte machines
voor zware arbeid. Gebruik het appa-
raat enkel voor de taken waarvoor het
bestemd is.
•
Voorkom beschadigingen aan het ap-
paraat. Breng geen extra gewichten
aan en trek het apparaat niet over een
vaste ondergrond zoals tegels of trap-
pen.
Arbeidsonderbrekingen:
Opgelet! Na het uitschakelen van
het apparaat blijven de hakmessen
nog een aantal seconden draaien.
Wacht tot de hakmessen volledig
tot stilstand gekomen zijn. Er be-
staat verwondingsgevaar.
•
Het apparaat mag niet opgetild of ge-
transporteerd worden, zolang de mo-
tor draait. Als u van terrein verandert,
schakel dan het apparaat uit en wacht
tot de hakmessen stil staan. Trek dan
de stekker uit het stopcontact.
•
Laat het apparaat nooit onbeheerd
achter.
•
Schakel het apparaat uit, wacht tot de
hakmessen stil staan en trek dan de
stekker uit het stopcontact:
- altijd, als u de machine verlaat,
- als u bodem- of plantendelen verwij-
dert,
- als het apparaat niet gebruikt wordt,
NL
35