EDELRID EN 358 Gebrauchsanleitung Seite 29

Als de verlenging van de riemband FIX niet wordt gebruikt,
moet hij in de hiervoor bestemde rubberen houder worden vastge-
zet.
Vanggordels die vast in kleding zijn geïntegreerd: de gordel wordt
samen met de kleding aangetrokken. Bij broeken wordt de pas-
vorm van de beenlussen bepaald door de keuze van de confectie-
maat van de broek. Voor de rest dient u bij de pasvorm op de
hieronder genoemde punten te letten. Een gordel die in een „moei-
lijk ontvlambare" werkbroek is geïntegreerd mag alleen samen
met een geschikte veiligheidsjas worden gebruikt.
DEELSYSTEEM, VANGGORDEL CONFORM EN 361
Wanneer deelsystemen zonder meegeleverde verbindingselemen-
ten tot een opvanggordel conform EN361 worden gecombineerd,
mogen hier alleen verbindingselementen (karabijnhaken) conform
EN 362, type M, worden gebruikt. Er mogen alleen toegelaten
deelsysteem op de gemarkeerde locaties worden gebruikt.
Zitgordel volgens EN 813
Bij zitgordels wordt het verbindingselement bevestigd aan het
centrale bevestigingsoog. Bij gebruik in combinatie met een
borstgordel (volgens EN 12277) dient u het volgende in acht te
nemen: het gebruik van een borstgordel wordt door de gebruiker,
die voor deze arbeidstechniek is opgeleid, bepaald door middel
van een verplichte risicoanalyse.
Het dragen van een borstgordel verhoogt het draagcomfort
doordat het bovenlichaam wordt ondersteund.
Volg de gebruiksaanwijzing van de borstgordel op.
Een borstgordel mag nooit zonder zitgordel worden gebruikt,
dit is levensgevaarlijk!
Attentie! Zitgordels zijn niet geschikt voor vangdoeleinden!
Positioneringsgordels volgens EN 358:
Verbindingselementen moeten aan de zijdelingse bevestigings-
GAL_SAF_Harness ENERMONT 96 pages.indd 29 GAL_SAF_Harness ENERMONT 96 pages.indd 29
ringen worden bevestigd, de zijdelingse bevestigingsringen
mogen uitsluitend voor dit doeleinde worden gebruikt. Het
verbindingsmiddel voor positioneringsgordels dient strak te
worden gehouden, het bevestigingspunt moet zich boven of op
heuphoogte bevinden en de vrije valhoogte moet worden beperkt
tot maximaal 0,5 m.
Bij positioneringsgordels met een tegenhoudlus aan de achterkant
dient het volgende absoluut in acht te worden genomen:
De tegenhoudlus aan de achterkant is geen bevestigingsring voor
positionering op de werkplek volgens EN 358 en geen opvangring!
De tegenhoudlus dient samen met een overeenkomstig
verbindingsmiddel uitsluitend voor het beperken van de
bewegingsradius, zodat de gebruiker niet in een gevaarlijk bereik
terecht kan komen (tegenhoudfunctie volgens EN 358).
Eventueel, afhankelijk van het model, kan een position-
eringsgordel in een vanggordel (afhankelijk van het type) volgens
EN 361 worden geïntegreerd, hierbij moet de kenmerking in acht
worden genomen.
Attentie! Positioneringsgordels zijn niet geschikt voor
vangdoeleinden!
Reddingsuitrusting volgens EN 1497 en EN 1498:
De reddingsuitrusting mag alleen als onderdeel van reddings-
systemen worden gebruikt, zie hiervoor de afbeeldingen.
Reddingsgordels die vast in kleding zijn geïntegreerd: de gordel
wordt samen met de kleding aangetrokken. Bij broeken wordt de
pasvorm van de beenlussen bepaald door de keuze van de
confectiemaat van de broek. Voor de rest dient u bij de pasvorm
op de hieronder genoemde punten te letten. Een gordel die in een
"moeilijk ontvlambare" werkbroek is geïntegreerd mag alleen
samen met een geschikte veiligheidsjas worden gebruikt.
Gordel met „Sliding-D-band" (bijv. klimgordel voor
snoeiwerkzaamheden):
02.04.2013 14:35:07 02.04.2013 14:35:07