K) Temperatuurmeting - VOLTCRAFT VC-420 Bedienungsanleitung

k) Temperatuurmeting

Tijdens de temperatuurmeting mag alleen de temperatuursensor van de te meten temperatuur
toegepast worden. De bedieningstemperatuur van het meetapparaat mag niet naar boven of onder
overschreden worden, omdat het anders tot meetfouten kan leiden.
De contact-temperatuursensor mag niet op het spanningsvrije oppervlak gebruikt worden.
Er is een draadsensor bij het meetapparaat geleverd die een temperatuur van -20 tot + 230 °C kan meten. Om het
volle meetbereik (-45 tot +750 °C) van de multimeter te kunnen gebruiken zijn optionele type-K-thermosensoren ver-
krijgbaar. Voor de aansluiting van de type-K-sensor met miniatuurstekkers is de meegeleverde adapterstekker nodig.
Voor de temperatuurmeting kunnen alle type-K-thermosensoren gebruikt worden. De temperaturen kunnen worden
aangeduid in °C of in °F.
Voor een temperatuurmeting gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies de meetfunctie "Temp".
Op het scherm verschijnt de eenheid °C voor temperatuurmeting.
- Steek de ingesloten K-type-meetadapter in de richting van de pool
met de plus-pool in de V-meetbus (8) en met de min-pool in de
COM-meetbus (7).
- Steek de meegeleverde temperatuursensor met de polen in de juiste
richting in de meetadapter. Beide contacten van de thermo-element-
stekker hebben een verschillende breedte zodat een verkeerde
aansluiting wordt voorkomen.
- Op het scherm verschijnt de temperatuurwaarde in °C.
- Met de toets "MODE" kan de eenheid van °C op °F geschakeld
worden. Iedere toetsindruk schakelt de eenheid om.
- Zodra "OL" op het scherm verschijnt, heeft u het meetbereik over-
schreden of is de sensor onderbroken.
- Verwijder na het meten de sensor van het meetobject en schakel de
DMM uit.
Als er geen temperatuursensor wordt aangesloten, kan de omgevingstemperatuur van de DMM door een
kortsluitingsbrug via beide meetbussen "COM" en "°C" worden weergegeven. Aangezien de sensor zich aan
de binnenkant van de behuizing bevindt, reageert het scherm zeer traag op temperatuurschommelingen.
Deze functie helpt u om de correcte bedrijfstemperatuur na opslag te controleren. Voor snelle metingen moet
een externe sensor worden gebruikt.
109