Conrad 4092 Bedienungsanleitung Seite 30

4. Verbind de te meten ontladen/spanningloze kondensator of
met de meetsokkel, als er voldoende lange aansluitdraden
met kleine doorsnede aanwezig zijn, of met de krokodil-
klemmen van de meetsnoeren, als het om „grotere" kon-
densatoren gaat, resp. de aansluitingen te kort zijn voor de
sokkel.
Let bij unipolaire kondensatoren (gepoold) op de juiste pola-
riteit. Verleng de meegeleverde meetsnoeren niet door
andere snoeren. De daarbij ontstaande leidingcapaciteiten
kunnen niet met de automatische nulpuntkorrektie gecom-
penseerd worden; dit kan leiden tot foutieve metingen.
Aanwijzingen!
a) Bij niet gekenmerkte of niet meer voldoende leesbare kon-
densatoren begint u bij de meting met het kleinst mogelijke
meetbereik en verstelt u de meetbereikschakelaar dan net zo
lang, tot een voldoende tevredenstellende aanduiding (resolu-
tie) waarneembaar is. Verwijder echter voor iedere wisseling
van meetbrereik de krokodilklemmen van het te meten
object.
b) Als er in het kleinste meetbereik (200 pF) voor het begin van
de meting een steeds veranderende waarde getoond wordt,
dan is dat normaal, aangezien het hier gaat om zog. strooi-
capaciteiten van de meetsnoeren resp. van de gevoelige
meetingang. Bij zeer kleine capaciteitswaarden (b.. 8,2 pF)
moet de getoonde waarde (voor de meting) tijdens de meting
afgetrokken worden.
c) Bij een kondensator met kortsluiting wordt in plaats van een
meetwaarde „OL" voor bereiksoverschrijding getoond. Bij een
kondensator met een hoge lekstroom wordt of „OL" voor
Overload of een veel hogere waarde dan de opgedrukte
waarde getoond. Bij een kondensator met een onderbreking
wordt in alle bereiken, behalve in het kleinste meetbereik,
„0....." getoond, resp. een paar pF.
d) Voor de meting van zeer kleine capaciteiten (< 100 pF) wordt
de meetsokkel aanbevolen, aangezien hier zo goed als geen
strooicapaciteiten aanwezig zijn.
58
e) Speciaal bij elektrolytkondensatoren (afgekort = elko) wordt
af en toe een relatief groot tolerantiebereik getoond. Daarom
kan bij deze kondensatortypes ook een grotere waarde dan er
opgedrukt staat gemeten worden. Bij aanzienlijk lagere
waarden dan opgedrukt kan het echter zo zijn, dat de
gemeten elko defekt is.
Na afloop moet u het apparaat uitschakelen, om de batterijcapa-
citeit niet onnodig te verkleinen.
Let op!
Sluit geen spanningen aan. Het apparaat kan daardoor stuk
gaan. Meet geen spoelen (trafo's, smoorkleppen, transmissies
enz.) die onder spanning staan. Voorzichtig! Levensgevaarlijk!
5.2 Meten van inductiviteiten (spoelen) = „L"
Met de meter LCR-4092 kunnen spoelen tot 200 H (= Henry =
As/V) getest worden. Daartoe handelt u als volgt:
1. Verbind de meegeleverde meetsnoeren met de meter: het
rode meetsnoer met de „+"-bus (rood) en het zwarte
meetsnoer met de „-"-bus (geel) en schakel de meter in via de
draaischakelaar.
2. Stel de meetfunktieschakelaar in op het gewenste bereik. Bij
open meetsnoeren resp. bij onderbroken spoelen/wikklingen
verschijnt er „OL" voor Overload (=overloop/overbelasting) op
het display. Nu verbindt u de meetpunten met het spanning-
loze meetobject (transformatorwikkeling, luidsprekerspoel,
relaisspoel, ontstekingsspoel, smoorklep enz.).
Om een zo hoog mogelijke resolutie en doordoor een zo klein
mogelijke meetfout te krijgen, dient het meetbereik aange-
past te zijn aan de te verwachten inductiviteitsgrootte. Als er
b.v. op het onderdeel een waarde gedrukt staat van 6 mH
(smoorklep), dan dient het meetbereik „20 mH" ingesteld te
worden.
Aanwijzing(en)!
a) Bij niet gekenmerkte of niet meer afleesbare spoelen/ inducti-
59