Herunterladen Diese Seite drucken

Technische Daten Und Messtoleranzen; Veiligheidsvoorschriften; Maximale Eingangsgrößen, Überlastschutz - VOLTCRAFT VC-7005 Bedienungsanleitung

Werbung

Technische Daten und Messtoleranzen

Technische Daten
Display
Analoganzeige
Spiegelskala
Max. Eingangsstrom DC
250 mA
Arbeitstemperatur
+5°C bis + 40°C
relative Luftfeuchtigkeit
0 bis 75 %, nicht kondensierend
Temperatur
für
garantierte
+23°C ±5 K
Genauigkeit
Batterietyp
1 x 1,5-V-Rundzelle "Mignon", Typ LR 6 oder 15G oder UM3
oder AA o.ä.
Gewicht
ca. 253 g (mit Batterie, Gummiholster und Messleitungen)
Abmessungen (L X B X H)
152 x 89 x 43 mm
Messtoleranzen
Angabe der Genauigkeit in ±(%, bezogen auf den Skalenendwert) Genauigkeit 1 Jahr lang bei
einer Temperatur von +23°C ±5K, bei einer rel. Luftfeuchtigkeit von kleiner als 75 %.
Betriebsart
Messbereich
Gleichspannung
alle Bereiche: 2,5/10/50/250/500 V
Eingangsimpedanz: 2 kOhm pro V
Wechselspannung
alle Bereiche: 10/50/500 V
gültig für den Frequenzbereich von 45 Hz bis 100 Hz
Eingangsimpedanz: 2 kOhm pro V
Gleichstrom
alle Bereiche: 0,5/10/250 mA
Widerstand
Rx10, Rx1k
Batterietest
1,5-V-Bereich: 125 mA Laststrom
9-V-Bereich: 10 mA Laststrom
Maximale Eingangsgrößen, Überlastschutz
Spannungsmessung
500 VDC bzw. VACrms
(rms = effektiv)
Strommessung
max. 250mA DC,
max. 250 VDC,
Überlastschutz: Flinke 0,5-A-500-V-Sicherung
(Abm: 5 x 20 mm)
Widerstandsmessung
max. 1 MOhm
Die Funktionen Batterietest und Widerstandsmessung sind nicht gegen zu
hohe Eingangsspannungen oder Überlast geschützt. Eine Überschreitung
der max. zulässigen Eingangsgrößen bzw. Eine Überlastung führt unter
ungünstigen Umständen zur Beschädigung des Messgerätes bzw. zu einer
Gefährdung des Lebens des Benutzers.
14
mit
Drehspulmessinstrument
und
Genauigkeit
±5%
±5%
±5%
±5%
±10%
±5%

Veiligheidsvoorschriften

Bij schade, die door het niet opvolgen van deze gebruiksaanwijzing ontstaat,
vervalt de aanspraak op garantie!
Voor dergelijke schade aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid!
Bovendien aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid voor schade aan
goederen of personen, die door onoordeelkundig gebruik of het niet opvolgen
van de veiligheidsinstructies wordt veroorzaakt. Alle garanties komen dan te
vervallen.
-
Dit apparaat is volgens DIN 57 411 deel 1/VDE 0411 deel 1 (veiligheidsmaatregelen voor
elektronische meetinstrumenten) en IEC 1010-1 gebouwd en getest en heeft de fabriek in
veiligheidstechnisch onberispelijke staat verlaten. Om deze staat te behouden en om er
veilig mee te kunnen werken, dient de gebruiker te letten op de veiligheidsvoorschriften en
de waarschuwingstekens ("Waarschuwing!" en "Let op!") die in deze gebruiksaanwijzing
voorkomen. Het betreft de onderstaande symbolen:
= Waarschuwing! Aanrakingsgevaarlijke spanning! Levensgevaarlijk!
= Let op! Lees de gebruiksaanwijzing
= Overspanningscategorie II
= Beschermingsklasse II (= dubbel geïsoleerd)
-
Stroommetingen mogen alleen in gelijkstroomcircuits worden uitgevoerd die zelf met 0,25
A zijn gezekerd, respectievelijk waarin geen spanningen die hoger zijn dan 250 VDC kunnen
voorkomen. Het meetinstrument mag niet in installaties boven overspanningscategorie III
volgens IEC 664 worden gebruikt. Het meetinstrument en de meetsnoeren zijn niet beveiligd
tegen vlamboogexplosies (IEC 1010-2-031, paragraaf 13.101).
-
Meetapparatuur en toebehoren zijn geen speelgoed en behoren daarmee in geen geval
thuis in kinderhanden!
-
Indien het apparaat bedrijfsmatig wordt toegepast, dienen de veiligheidsvoorschriften van de
beroepsorganisatie voor elektrische apparatuur en installaties in acht te worden genomen.
-
In scholen, opleidingsinstituten, hobby- en andere werkplaatsen waar zelf kan worden
gerepareerd, dient de omgang met meetapparatuur door daarvoor verantwoordelijk en
geschoold personeel te worden begeleid.
-
Wees bijzonder voorzichtig bij de omgang met spanningen boven 25 V wisselspanning (AC)
respectievelijk 35 V gelijkspanning (DC). Zelfs bij deze spanningen kunt u bij het aanraken
van elektrische geleiders al een levensgevaarlijke elektrische schok krijgen. Schakel
daarom eerst de spanningsbron uit, verbind het meetinstrument met de aansluitingen van
de te meten spanningsbron, stel op het meetinstrument het gewenste spanningsbereik in
en schakel pas daarna de spanningsbron weer in.
-
Na het beëindigen van de meting eerst de spanningsbron uitschakelen en daarna de
meetsnoeren verwijderen van de aansluitingen van de spanningsbron.
39

Werbung

Kapitel

loading