Christopeit AM5 Montageanleitung Seite 31

Montagehandleiding
Neem alle losse onderdelen uit de verpakking, leg deze op de grond
en controleer aan de hand van de stuklijst uit de montageen bedie-
ningshandleiding of alle onderdelen aanwezig zijn. Hierbij moet er op
worden gelet dat een aantal onderdelen rechtstreeks met het onderstel
zijn verbonden en voorgemonteerd zijn. Bovendien zijn enkele andere
losse delen ook al tot eenheden samengevoegd. Hierdoor kunt het
apparaat gemakkelijker en sneller monteren.
Stap 1:
Montage van de voorste en van de achterste voet (38+50)
1. Monteer de voorste poot (38) met de vooraf gemonteerde transportrollen
(33) op het onderstel (1). Gebruik daarvoor twee bouten M8x75 (32),
tussenringen (52), veerringen (6) en dopmoeren (59).
2. Monteer de achterste poot (50) met de vooraf gemonteerde
afdekdoppen (51) op het onderstel (1). Gebruik daarvoor twee bouten
M8x90 (54), tussenringen (52), veerringen (6) en dopmoeren (59). Na de
montage kunt u kleine oneffenheden van de vloer compenseren door
aan de afdekdoppen (51) te draaien. Het apparaat moet zo worden
opgesteld, dat het tijdens de training niet uit zichzelf beweegt.
Stap 2:
Montage van de stuurbuis (15) aan het onderstel (1).
1. Pak de stuurbuis (15) waarin de computerkabel (11) al geplaatst is.
Verbind de stekker voor de computerkabel (11) die uit de onderkant
van de stuurbuis (15) steekt met de bijbehorende stekker voor de
sensorkabel (28) die uit het onderstel (1) steekt.
2. Breng het uiteinde van de weerstandsinstelling (14) naar de opneming
van de Bowdenkabel (31) en verbind deze met elkaar zoals in
afbeelding ([1]-[4]) weergegeven. Wij raden u aan om, voordat u aan
deze installatiestap begint, de weerstand in te stellen op het hoogste
niveau, waarbij de kabel het verst verwijderd is van de kabelmantel.
Plaats de onderkant van de kabel (14) in het haakje (afbeelding 1+2).
Trek aan de kabel (afbeelding 3) totdat het haakje omhoog schiet en
plaats vervolgens de kabel (14) in de houder (31) (afbeelding 4).
3. Plaats de stuurbuis (15) in de bijbehorende buis van het onderstel (1).
Let hierbij op dat de gemaakte kabelverbindingen niet bekneld raken.
Schuif de kabelverbinding langzaam naar onderen in de buis van het
onderstel wanneer u de stuurbuis (15) plaatst. Schroef de stuurbuis
(15) m.b.v. bouten (26), veerringen (6) en onderlegplaatjes (36) op het
frame (1).
31