Inhaltsverzeichnis
Werbung
Fassen Sie die Messleitungen nur an den vorgesehenen Griffberei-
chen an. Fassen Sie niemals über die fühlbaren Griffbegrenzungen.
Überprüfen Sie vor jeder Messung das Gerät auf Funktion. Messen
Sie an einer bekannten Spannungsquelle und kontrollieren die Rich-
tigkeit der Anzeige. Bei Ausfall des Summers oder der LED sowie
bei leeren Batterien darf das Geräte nicht mehr verwendet werden.
Das Gehäuse des Gerätes darf bis auf das Öffnen des Batteriefach-
deckels nicht zerlegt werden.
Das Gerät darf nur an Anlagen mit den angegebenen Spannungsbe-
reichen eingesetzt werden.
Bei Messungen von Spannungen über dem gültigen Grenzwerten für
die gefährliche Berührungsspannung (nach DIN VDE 0100 Teil 410)
besteht Legensgefahr. Bitte berühren Sie solche Spannungen nie-
mals.
Arbeiten an spannungsführenden Teilen und Anlagen sind
grundsätzlich gefährlich. Es können bereits Spannungen ab 30 V AC
und 60 V DC für den Menschen lebensgefährlich sein
Halten Sie das Gerät sauber und lagern ihn ordnungsgemäß und
trocken.
Dieses Gerät gehört nicht in Kinderhände.
8
Is dit niet het geval vervang dan de batterijen zoals onder „Plaat-
sen/vervangen van de batterijen" is beschreven.
Maak met beide meetleidingen contact met het object dat moet
worden gecontroleerd op continuïteit. De doorgangsmeting signali-
seert continuïteiten/weerstanden van 0 tot 10kohm (kilo ohm). Is er
continuïteit/weerstand tot 10kohm voorhanden, dan licht de LED (3)
op en hoort u een pieptoon.
Er kunnen ook onderdelen zoals diodes, weerstanden, transistoren
worden gecontroleerd op continuïteit (<10kohm). Denk bij halfgelei-
ders om de polariteit (rode meetleiding pluspool, zwarte meetleiding
minpool).
Wisselspanningscontrole (AC)
Breng de beide meetleidingen naar de te controleren meetpunten.
De VC-31 schakelt bij een spanning van ong. 4,5V AC automatisch
in. De aanwezige wisselspanning wordt door een sjirpen van de
zoemer en het oplichten van de LED (3) aangeduid.
Polariteitscontrole van gelijkspanningen (DC)
Breng de beide meetleidingen naar de te controleren meetpunten.
Indien de rode meetleiding met de pluspool en de zwarte meet-
leiding met de minpool is verbonden, dan wordt dit aangeduid met
een pieptoon en het oplichten van de LED (3).
Indien de rode meetleiding met de minpool en de zwarte meet-
leiding met de pluspool wordt verbonden, dan wordt geen pieptoon
hoorbaar, en blijft de LED (3) donker.
De polariteitscontrole kan gebeuren bij gelijkspanningen van 1,5 tot
400 V/DC.
41
Quicklinks ausblenden:
Werbung
Inhaltsverzeichnis
