D) Fade-In/-Out; E) Intermezzo (Volle Ritme Afspelen Resp. Variaties Wisselen); F) Snelheid Van Het Begeleidingsritme Instellen; G) Geluidssterkte Van Het Begeleidingsritme Instellen - Renkforce RK-61 Bedienungsanleitung

d) Fade-In/-Out

„Fade-In"
Nadat een begeleidingsritme gestart is, kan dit langzaam ingevoegd worden (Fade-In").
Druk op toets „FADE IN/OUT" (26). Links op het beeldscherm verschijnt een klein symbool bij „FADE".
Start aansluitend weergave van een begeleidingsritme (Hoofdstuk 11. a). In een periode van 8 seconden wordt de geluid langzaam
zachter zodat het begeleidingsritme langzaam ingemengd wordt.
De functie kan ook met de Syncstart (Hoofdstuk 11. b) en de inleiding (Hoofdstuk 11. c) gecombineerd worden. Ga na op
de toets „FADE IN/OUT" gedrukt te hebben als daar beschreven verder.
„Fade-Out"
Bij het beëindigen van een begeleidingsritme kan dit langzaam weggedraaid worden („Fade-Out").
Druk daarvoor, terwijl het begeleidingsritme loopt, op de toets „FADE IN/OUT" (26). Links op het beeldscherm verschijnt een klein
symbool bij „FADE". In een periode van ongeveer 8 seconden wordt de geluid langzaam zachter: het begeleidingsritme wordt
langzaam weggedraaid.
e) Intermezzo (volle ritme afspelen of variaties wisselen)
Tijdens het afspelen van een begeleidingsritme kan een vulritme afgespeeld worden of kan tussen twee variaties van het bege-
leidingsritme omgeschakeld worden.
Normaal gesproken is variatie „A" eenvoudiger van aard (bijv. geringe bijdrage van het slagwerk) en variatie „B" wat
gecompliceerder (bijv. meer bijdrage van verschillende soorten slagwerk).
• Start de weergave van het begeleidingsritme (zie Hoofdstuk 11. a).
• Druk op toets „FILL-IN A"(27) of toets „FILL-IN B" (28) om het gekozen vulritme af te spelen resp. om te wisselen tussen de beide
variaties van het begeleidingsritme.
Op het beeldscherm verschijnt „NOR" als variatie „A" van het begeleidingsritme gespeeld wordt en „VAR" als dat vari-
atie „B" is.
Als u de betreffende toets langer ingedrukt houdt, wordt ook het volle ritme navenant langer gespeeld.

f) Snelheid van het begeleidingsritme instellen

Bij de keuze van een begeleidingsritme wordt automatisch altijd een erbij passende snelheid gekozen. Indien gewenst kan deze
vooraf ingestelde waarde naar eigen goeddunken worden gewijzigd.
• Kies eerst zoals in Hoofdstuk 11. a) beschreven een begeleidingsritme.
• Stel met de toetsen „TEMPO+" resp. „TEMPO-" (4) de gewenste snelheid in. Houdt de betreffende toets langer ingedrukt voor
een snelle wijziging van de instelling.
Houd de beide toetsen „ACCOM VOL+" en „ACCOM VOL-" gelijktijdig ingedrukt om de geluidssterkte terug te zetten op
de basisinstellingen.
• Start aansluitend het begeleidingsritme.
Uiteraard kan de snelheid ook tijdens de weergave van een begeleidingsritme met de toetsen „TEMPO+" en „TEMPO-"
(4) veranderd worden Evenzo kan de snelheid door op beide toetsen tegelijk te drukken teruggezet worden naar de ba-
sisinstelling.

g) Geluidssterkte van het begeleidingsritme instellen

Met de beide toetsen „ACCOM VOL+" of „ACCOM VOL-" (5) kan de geluidssterkte van het begeleidingsritme apart ingesteld wor-
den. Houdt de betreffende toets langer ingedrukt voor een snelle wijziging van de instelling.
Houd de beide toetsen „ACCOM VOL+" en „ACCOM VOL-" (5) gelijktijdig ingedrukt om de geluidssterkte terug te zetten
op de basisinstellingen.
92