Instrumenten En Effecten; A) Instrument Kiezen; B) Piano-Instrument Kiezen; C) Tweeklankeffect - Renkforce RK-61 Bedienungsanleitung

10. Instrumenten en effecten

a) Instrument kiezen

Het toetsenbord beschikt bij elkaar over 162 verschillende instrumenten. Na het aanzetten is automatisch altijd instrument „00" (=
„GrdPiano" = „Grand Piano") geactiveerd.
In Bijlage A (Hoofdstuk 16) treft u een tabel aan met alle instrumenten.
Ga voor het kiezen van een instrument als volgt te werk:
• Druk op toets „VOICE" (21).
• Kies met het insteldraaiwiel „DATA DIAL" (18), de toetsen „+" resp. „-" of het numerieke toetsenbord (20) het gewenste instru-
ment (instelbaar van „000" tot en met „161").
Als u het numerieke toetsenbord gebruikt om het instrument te kiezen, moet altijd een 3-cijferig getal ingevoerd worden. Voor
instrument „3" voert u dus „003" in, voor instrument 56 dus „056" in.
• U kunt nu met het door u gekozen instrument op het toetsenbord spelen.
Onze tip: Mocht het geluid van het instrument sterk vibreren dan is waarschijnlijk de draaihendel „VIBRATO" (40) voor
het vibrato-effect (links aan de rand van het toetsenbord) per ongeluk bewogen. Beweeg de draaihendel helemaal naar
binnen om het vibrato-effect uit te schakelen.

b) Piano-instrument kiezen

Door op toets „PIANO" (19) te drukken wordt onafhankelijk van overige instellingen direct het piano-instrument met correcte
voorinstellingen geactiveerd. Een eventueel lopende begeleidingsmelodie of -ritme wordt automatisch gestopt.
Door nogmaals op toets „PIANO" (19) te drukken schakelt het apparaat terug naar de eerdere instelling(en).

c) Tweeklankeffect

Met deze functie speelt het toetsenbord, als er een toets wordt ingedrukt, twee instrumenten tegelijkertijd, bijv. een piano en
slagwerk.
Ga als volgt te werk:
• Kies eerst zoals beschreven in Hoofdstuk 10 a) het eerste instrument, bijv. „016". Volg daartoe de aanwijzing „VOICE 1" op het
LC-beeldscherm (eerste instrument) op.
• Druk op toets „DUAL" (36). Op het beeldscherm verschijnt „VOICE 2" (tweede instrument) terwijl het instrument dat u net hebt
gekozen, aangegeven wordt op de bovenste beeldlijn van het scherm. Bovendien verschijnt rechts onderin het beeld een klein
symbool bij „DUAL".
• Kies met het insteldraaiwiel „DATA DIAL" (18), de toetsen „+" resp. „-" of het numerieke toetsenbord (20) het gewenste tweede
instrument (instelbaar van „000" tot en met „161").
Als het tweeklankeffect ingeschakeld is, kunt u door op toets „VOICE" (21) te drukken tussen beide instrumenten heen en
weer schakelen. Welk instrument op dat moment gekozen is, wordt op het beeldscherm aangegeven („VOICE 1" dan wel
„VOICE 2") en kan als eerder beschreven met het insteldraaiwiel, de toetsen „+" resp. „-" of het cijferklavier ingesteld
worden.
Het tweeklankeffect is alleen mogelijk voor het rechter deel van het toetsenbord (zie Hoofdstuk 10. j).
• Druk nogmaals op de toets „DUAL" (36) om het tweeklankeffect uit te schakelen. Het kleine symbool rechts onderin het beeld-
scherm verdwijnt weer.

d) Sostenuto-effect

Druk op toets „SUSTAIN" (34) om het sostenuto-effect in- of uit te schakelen.
Als het effect ingeschakeld is (middenin het beeldscherm verschijnt „SUSTAIN"), klinkt het instrument wat langer na als u op een
toets van het toetsenbord drukt en deze dan loslaat.
89