Functiemenu; A) Functie „Beat; B) Functie „Split-Point; C) Functie „Midi In - Renkforce RK-61 Bedienungsanleitung

9. Functiemenu

Door een aantal keer kort te drukken op toets „FUNCTION" (9) kunnen verschillende functies opgeroepen worden die hieronder
beschreven worden. Druk gewoon zo vaak op toets „FUNCTION" (9) tot de gewenste functie op het beeldscherm verschijnt.
Als u voor ongeveer 5 seconden niet op een toets drukt, wordt het functiemenu automatisch verlaten.
a) Functie „Beat"
Met deze functie kan de maat die het metronoom aangeeft, ingesteld worden.
Deze instelling wordt alleen gebruikt als geen begeleidingsritme gespeeld wordt (als u het metronoom aanzet terwijl een
begeleidingsritme gespeeld wordt dan gebruikt het metronoom uiteraard de maat van het begeleidingsritme dat op dat
moment gespeeld wordt).
De instelling geldt ook voor het zelf programmeren van een eigen begeleidingsritme (zie Hoofdstuk 12.h).
Druk net zo vaak kort op toets „FUNCTION" (9) tot „Beat" bovenin het beeldscherm verschijnt.
Kies met het insteldraaiwiel „DATA DIAL" (18) of de toetsen „+" resp. „-" van het numerieke toetsenbord (20) de gewenste waarde
(instelbaar is „00" en „02" tot en met „09"; standaardinstelling is „04").
Om het functiemenu te verlaten wacht u 5 seconden zonder op een toets te drukken (resp. zonder aan het insteldraaiwiel te draai-
en).
b) Functie „Split-Point"
Bij het splitsen van het toetsenbord in twee delen (linker deel van het toetsenbord bijv. slagwerk, rechts piano-instrument) kan met
deze functie vast worden gelegd waar het toetsenbord gedeeld wordt.
Druk net zo vaak op de toets „FUNCTION" (9) tot „Split Pt" bovenin het beeldscherm verschijnt.
Kies met het insteldraaiwiel „DATA DIAL" (18) of de toetsen „+" resp. „-" van het numerieke toetenbord (20) het gewenste bereik
uit (instelbaar is „01" tot en met „61"; standaardinstelling is „19").
Het getal staat daarbij voor het aantal toetsen van het toetsenbord die samen het linker deel vormen.
U kunt de plaats waar het toetsenbord gesplitst wordt ook door een druk op een toets van het toetsenbord kiezen. De
toets waarop gedrukt is, is dan de laatste toets van het linker deel van het toetsenbord.
Om het functiemenu te verlaten wacht u 5 seconden zonder op een toets te drukken (resp. zonder aan het insteldraaiwiel te draai-
en).
c) Functie „Midi In"
U kunt hier instellen welke Midi-kanaal als ingang gebruikt wordt.
Druk net zo vaak op de toets „FUNCTION" (9) tot „Midi In" bovenin het beeldscherm verschijnt.
Kies met het insteldraaiwiel „DATA DIAL" (18) of de toetsen „+" resp. „-" van het numerieke toetsenbord (20) de gewenste waarde
voor het Midi-kanaal (instelbaar is „ALL" en „00" en „01" tot en met „16"; standaardinstelling is „ALL" = alle).
Om het functiemenu te verlaten wacht u 5 seconden zonder op een toets te drukken (ofwel zonder aan het insteldraaiwiel te
draaien).
87