Begeleidingsritmes; A) Begeleidingsritme Kiezen, Weergave Starten/Stoppen; B) Sync-Start; C) Inleiding/Afsluiting - Renkforce RK-61 Bedienungsanleitung

11. Begeleidingritmes

a) Begeleidingsritme kiezen, weergave starten/stoppen

Het toetsenbord beschikt bij elkaar over 200 verschillende begeleidingsritmes. Het door u op dat moment gekozen begeleidings-
ritme kan op de achtergrond afgespeeld worden.
In Bijlage A (Hoofdstuk 17) treft u een tabel aan met alle begeleidingsritmes. De begeleidingsritmes 90-99 resp. 190-199
zijn alleen te horen als eerst de „Auto-Bass-Chord"-modus geactiveerd is (zie Hoofdstuk 12. a) en daarna een akkoord
gespeeld wordt.
Ga om een begeleidingsritme te kiezen („STYLE") als volgt te werk:
• Druk op toets „STYLE" (22).
• Kies met het insteldraaiwiel „DATA DIAL" (18), de toetsen „+" resp. „-" of het numerieke toetsenbord (20) het gewenste bege-
leidingsritme (instelbaar „000" tot en met „199").
Als u het numerieke toetsenbord gebruikt om het begeleidingsritme te kiezen, moet altijd een 3-cijferig getal ingevoerd worden.
Voor begeleidingsritme „3" voert u dus „003" in, voor begeleidingsritme 56 dus „056".
• Met de toets „FILL-IN A"(27) of „FILL-IN B" (28) kan gekozen worden tussen twee variaties op het begeleidingsritme.
Normaal gesproken is variatie „A" eenvoudiger van aard (bijv. weinig bijdrage van het slagwerk) en variatie „B" wat
gecompliceerder (bijv. meer bijdragen van verschillende soorten slagwerk). Op het beeldscherm verschijnt „NOR" als
voor variatie „A" gekozen is en „VAR" als de voorkeur uit is gegaan naar variatie „B".
• Als tijdens het spelen van een begeleidingsritme van begeleidingsritme gewisseld wordt, dan blijft de op dat moment ingestelde
snelheid (bijv. „90") gehandhaafd. Volg voor het instellen van de snelheid op wat beschreven staat in Hoofdstuk 11. f)
• Druk op toets „START/STOP" (24) om het de weergave van het begeleidingsritme te starten dan wel te stoppen.

b) Sync-start

Met deze functie start de weergave van het gekozen begeleidingsritme pas dan als u met spelen op het toetsenbord begint (weer-
gave start bij het aanslaan van de eerste toets van het toetsenbord).
• Als weergave van het begeleidingsritme net gestart is dan kunt u deze voorlopig stopzetten (toets „START/STOP" (24) kort in-
drukken).
• Druk op toets „SYNC" (29). Op het LC-beeldscherm gaat de maataanduiding knipperen en ook gaat een rode LED boven de toets
„SYNC" branden.
• Als u dan op een willekeurige toets van het toetsenbord drukt, begint het begeleidingsritme te spelen.
Als de „A.B.C."-functie („AUTO BASS CHORD") geactiveerd is (links op het beeldscherm is bij „A.B.C." een klein sym-
bool zichtbaar), start bij het kiezen van een correct akkoord niet alleen het begeleidingsritme maar ook de begeleidings-
melodie (afhankelijk van het gekozen akkoord). Het akkoord van dat moment wordt op het beeldscherm getoond.

c) Inleiding/afsluiting

De weergave van het begeleidingsritme kan met een speciaal geluid/ritme (afhankelijk van het begeleidingsritme dat op dat mo-
ment gekozen is) ingeleid of afgesloten worden.
Inleiding
Druk op toets „INTRO/ENDING" (25). Afhankelijk van het ingestelde begeleidingsritme start dit niet direct maar wordt vooraf eerst
een speciaal introductieritme afgespeeld. Gedurende deze tijd knippert „NOR" op het beeldscherm.
Afsluiting
Als het begeleidingsritme afgespeeld wordt, druk u op toets „INTRO/ENDING" (25). Afhankelijk van het ingestelde begeleidingsrit-
me wordt dit niet direct beëindigd maar wordt eerst een speciaal afsluitingsritme afgespeeld. Gedurende deze tijd knippert „NOR"
op het beeldscherm.
Wordt tijdens de afsluiting op de toets „FILL-IN A" (27) of „FILL-IN B" (28) gedrukt dan wordt het begeleidingsritme na
het afspelen van een volledig ritme voortgezet.
91