E) Aanslagdynamiek; F) Toonhoogte Veranderen; G) Vibrato-Effect; H) Octaven Veranderen - Renkforce RK-61 Bedienungsanleitung

e) Aanslagdynamiek

Met de toets „TOUCH" (33) kunt u de aanslagdynamiek van het klavier aan- of uitzetten. Is de functie geactiveerd dan verschijnt
rechts in het beeldscherm een klein tekentje bij „TOUCH".
Als de aanslagdynamiek is uitgezet is het onbelangrijk hoe zacht of hard een toets van het klavier wordt aangeslagen: wat u hoort
is altijd hetzelfde.
Als de aanslagdynamiek aangezet is, is de klank afhankelijk van de manier, dwz. hoe snel of langzaam, de toets van het toetsen-
bord wordt aangeslagen.
Als u het toetsenbord aanzet, wordt de aanslagdynamiek altijd automatisch geactiveerd.

f) Toonhoogte veranderen

Met de draaihendel „PITCH BEND" (39) links aan de rand van het toetsenbord, kan de toonhoogte veranderd worden net als door
het trekken een bas- of gitaarsnaar.
Tijdens het spelen van een noot op het toetsenbord kunt u de hoogte van de toon veranderen door de draaiarm naar boven of
naar beneden te bewegen. Wordt de draaihendel losgelaten dan zorgt een veermechaniek ervoor dat deze terugspringt naar de
middelste stand.

g) Vibrato-effect

Met de draaihendel „VIBRATO" (40) kunt u het vibrato-effect aan- of uitzetten.
Hoe verder u de draaihendel naar voren draait, des te sterker is het vibrato-effect als u op een toetsenbord een noot aanslaat.
Draai de hendel helemaal naar U toe om het vibrato-effect uit te schakelen.

h) Octaven veranderen

Met de beide toetsen „OCTAVE+" en „OCTAVE-" (7) kunt u het instrument een octaaf hoger (aanduiding „+01") of lager (aanduiding
„-01") stemmen. De waarde „00" is de basisinstelling.

i) Transposefunctie

Met de transposefunctie kunt u het instrument, als u het toetsenbord bespeelt, in stappen van een halve noot veranderen net als
u normaal zou doen stemmen van een instrument.
Met de toetsen „TRANSPOSE+" resp. „TRANSPOSE-" (6) kan weergave in 12 stappen van een halve noot (-06.....+06) veranderd
worden. De waarde „00" is de basisinstelling.
Terwijl op het beeldscherm „TRANSPOSE" getoond wordt, kan de waarde ook m.b.v. het insteldraaiwiel „DATA DIAL"
(18) of de toetsen „+" resp. „-" onder het numerieke toetsenbord (20) ingesteld worden.
Moet de waarde teruggezet worden op de basisinstelling, druk dan tegelijk op beide toetsen „TRANSPOSE+" en „TRANS-
POSE-".
j) Toetsenbordverdubbeling
Met toets „SPLIT" (35) kan het toetsenbord „verdubbeld" worden. De linkerhelft bestaat uit 24 toetsen, de rechterhelft uit de
overige. Is de functie geactiveerd dan verschijnt rechts in het beeldscherm een klein tekentje bij „SPLIT".
Door deze „verdubbeling" veranderen de octaven bovendien naar boven/beneden.
Als u na het inschakelen van de functie een ander instrument kiest, dan verandert alleen het rechterdeel van het toet-
senbord. Het linkerdeel blijft bezet met het instrument dat u als eerste heeft gekozen. Op deze manier kunt u met ieder
deel van het toetsenbord een ander instrument bespelen.
Wordt de functie vervolgens weer uitgeschakeld dan dient het gehele toetsenbord weer voor het bespelen van het ins-
trument dat gekozen was voor het rechter deel van het toetsenbord.
90