ratiotec T 100 Bedienungsanleitung Seite 58

rapidcount T 200
Mode
Count: Omschrijft de stuktelmodus van de biljettentelmachine. De echtheidscontrole van het biljet
is niet geactiveerd.
Check: Tijdens de telling van het aantal is ook de controle van de formaat-, UV-, infrarrood- en de
magnetische eigenschappen geactiveerd.
REPORT
Wanneer deze toets na de telling ingedrukt wordt, toont het display het telresultaat op overzichtelijke
wijze. Door de toets opnieuw in te drukken of door een nieuwe telling te starten keert u terug naar de
normale weergavemodus.
rapidcount T 225
Mode
Count: Is de naam van de stuktelmodus van de biljettentelmachine. De controle van de UV-ei-
genschappen is niet geactiveerd. Geteld wordt het aantal biljetten.
Sort: Deze modus omschrijft de telling van biljetten van hetzelfde soort, bijvoorbeeld de telling van
een stapel biljetten van 10 Euro. De waarde en het aantal ingelegde biljetten worden berekend. Het
eerste ingetrokken biljet (het onderste biljet van de opgelegde stapel!) dient als referentiewaarde.
Bevinden zich vreemde biljetten in de stapel, m.a.w. biljetten die niet met de referentiewaarde ove-
reenstemmen, wordt dit met een foutmelding aangegeven en stopt het toestel onmiddellijk. Het
vreemde biljet kan uit het aflegvak verwijderd worden en u kunt de telling verder zetten met de toets
START.
Mix: Telling van biljetten van niet hetzelfde soort.
REPORT
Wanneer deze toets na de telling ingedrukt wordt, toont het display het aantal van alle getelde biljetten
evenals de totale som op overzichtelijke wijze. Door de toets opnieuw in te drukken of door een nieuwe
telling te starten keert u terug naar de normale weergavemodus.
Opmerking: Is een bewijsprinter op de printeraansluiting van
de biljettentelmachine aangesloten dan kan parallel met de weergave
in het display, wanneer de toets lang ingedrukt wordt, een bewijs geprint worden.
rapidcount T 275
Mode
Count: Omschrijft de stuktelmodus van de biljettentelmachine. De echtheidscontrole van het biljet is
niet geactiveerd. Geteld wordt het aantal biljetten.
Sort: Deze modus omschrijft de telling van biljetten van hetzelfde soort, bijvoorbeeld de telling van
een stapel biljetten van 10 Euro. De waarde en het aantal ingelegde biljetten worden berekend. Het
eerste ingetrokken biljet (het onderste biljet van de opgelegde stapel!) dient als referentiewaarde.
Bevinden zich vreemde biljetten in de stapel, m.a.w. biljetten die niet met de referentiewaarde ove-
reenstemmen, wordt dit met een foutmelding aangegeven en stopt het toestel onmiddellijk. Het
vreemde biljet kan uit het aflegvak verwijderd worden en u kunt de telling verder zetten met de toets
START. Tijdens de telling is eveneens de controle van de formaat-, IV-, infrarood- en de magnetische
eigenschappen geactiveerd.
Mix: Telling van biljetten van niet hetzelfde soort. Tijdens de waardetelling is eveneens de controle
van de formaat-, IV-, infrarood- en de magnetische eigenschappen geactiveerd.
REPORT
Wanneer deze toets na de telling ingedrukt wordt, toont het display het aantal van alle getelde biljetten
evenals de totale som op overzichtelijke wijze. Door de toets opnieuw in te drukken of door een nieuwe
telling te starten keert u terug naar de normale weergavemodus.
Opmerking: Is een bewijsprinter op de printeraansluiting van
de biljettentelmachine aangesloten dan kan parallel met de weergave
in het display, wanneer de toets lang ingedrukt wordt, een bewijs geprint worden.
58