Gevaar
Bijtende vloeistoffen. Bijvullen van water in
ontladen toestand kan leiden tot het uitlo-
pen van zuur! Bij de omgang met accuzuur
een veiligheidsbril dragen en de voorschrif-
ten in acht nemen om verwondingen en de
beschadiging van kledij te vermijden. Even-
tuele zuurspatten op huid of kleding direct
met veel water wegspoelen.
Waarschuwing
Beschadigingsgevaar. Voor het navullen
van de accu alleen gedestilleerd of gedemi-
neraliseerd water (VDE 0510) gebruiken.
Geen andere toevoegingen (zogenaamde
verbeteringsmiddelen) gebruiken, anders
vervalt iedere garantie.
Na het laadproces
Oplaadapparaat uitschakelen en van
het stroomnet scheiden.
Bij apparaten zonder ingebouwde lader:
Accukabel van de laadkabel trekken en
met het apparaat verbinden.
Aanbevolen accu's, laadapparaten.
Bestelnummer
Accu incl. lader 240
2.641-044
Ah
Accu incl. lader 400
2.640-996
Ah
Accu's en oplaadapparaten zijn verkrijg-
baar in de vakhandel.
Maximale batterijafmetingen
Lengte
Breedte
827 mm
324 mm
Als bij de KM 120/150 R Bp onderhoudsar-
me batterijen moeten worden gebruikt,
dient het volgende in acht te worden geno-
men:
– De maximale accuafmetingen moeten
gerespecteerd worden.
– Bij het laden van onderhoudsarme bat-
terijen moet de stoel omhooggeklapt
worden.
– Bij het laden van onderhoudsarme bat-
terijen moeten de voorschriften van de
batterijfabrikant in acht genomen wor-
den.
Vloeistofpeil van de accu controleren en
bijstellen
Waarschuwing
Bij met zuur gevulde accu's regelmatig de
vloeistofstand controleren.
Alle celsluitingen uitdraaien.
Bij te lage vloeistofstand cellen met ge-
destilleerd water tot aan de markering
bijvullen.
Accu laden.
Celsluitingen inschroeven.
80
Nederlands
Waarschuwing
Geen heftruck gebruik voor het afladen, het
apparaat kan daarbij beschadigd raken.
Instructie
Voor een onmiddelijke buitengebruikstel-
ling van alle functies de noodstopknop in-
drukken en de sleutelschakelaar in de
stand „0" draaien.
Ga bij het afladen als volgt te werk:
Kunststof pakband opensnijden en folie
verwijderen.
Spanbandbevestiging bij de aanslag-
punten verwijderen.
Vier gemarkeerde vloerplanken van de
pallet zijn met schroeven bevestigd.
Schroef deze planken er af.
Leg de planken op de kant van de pal-
let. Plaats de planken zo, dat ze voor de
wielen van het apparaat liggen. Beves-
tig de planken met de schroeven.
Afbeelding 7
De in de verpakking bijgevoegde balken
voor ondersteuning van de helling ge-
Hoogte
bruiken.
Houten blokken voor het vastzetten van
462 mm
de wielen verwijderen en onder de hel-
ling schuiven.
(1) Apparaat zonder ingebouwde accu
Parkeerrem ontgrendelen (zie veegma-
chine duwen).
Apparaat over de zo verkregen helling
van de pallet duwen.
(2) Apparaat met ingebouwde accu
Accu aansluiten (zie hoofdstuk 'Repara-
ties en onderhoud').
Nood-stop-knop door draaien ontgren-
delen.
Sleutelschakelaar op „1" stellen.
Rijrichtingsschakelaar bedienen en ap-
paraat langzaam van het platform rij-
den.
Sleutelschakelaar weer op „0" zetten.
Veegmachine duwen
Gevaar
Verwondingsgevaar! Voor het handmatig
ontgrendelen van de parkeerrem moet het
apparaat beveiligd worden tegen wegrol-
len. Na het ontgrendelen van de parkeer-
rem gaat het apparaat ongeremd rollen.
Afladen
Afbeelding 8
Remhendel van het wiel trekken en in
deze positie houden.
De parkeerrem is van het apparaat ge-
haald; u kunt het nu duwen.
Waarschuwing
Kans op beschadiging van de besturing!
Het apparaat nooit sneller dan 8 km/u du-
wen.
Inbedrijfstelling
Algemene aanwijzingen
Veegmachine op een egaal oppervlak
neerzetten.
Sleutel verwijderen.
Controle- en onderhoudswerkzaam-
heden
Ladingstoestand van de accu controle-
ren. *
Zijbezems controleren. *
Veegrol controleren. *
Veeggoedcontainer legen.
* Beschrijving zie hoofdstuk 'Reparaties en
onderhoud'.
Werking
Instructie
Voor een onmiddellijke buitengebruikstel-
ling van alle functies de Nood-Uit-schake-
laar indrukken.
Chauffeursstoel instellen
Hefboom stoelverstelling naar buiten
trekken.
Stoel verschuiven, hefboom loslaten en
vastzetten.
Door vooruit- en terugbewegen van de
stoel controleren of hij vast zit.
Parkeerrem controleren
Gevaar
Ongevalgevaar. Voor elke werking moet de
functionaliteit van de parkeerrem op een
vlakte gecontroleerd worden.
Zitpositie innemen.
Nood-stop-knop door draaien ontgren-
delen.
Sleutelschakelaar op „1" stellen.
Rijrichtingspedaal kiezen.
Gaspedaal licht induwen.