Inbedrijfstelling - Kärcher HKF 50 E Bedienungsanleitung

Reinigingsvloeistoffen
Oplosmiddelen
GEVAAR
– De Ex-beveiliging moet bij de werking
met oplosmiddelen en in Ex-zones in
acht genomen worden!
– Max. druk bij werking met oplosmidde-
len: 5 MPa
LET OP
Bij de werking met oplosmiddelen vermin-
derde bestendigheid van het afdichtings-
materiaal, daarom onmiddellijk na gebruik
spoelen! Kärcher raadplegen!
1 Koolwaterstoffen
Bijvoorbeeld: Petroleum
2 Aromaten (oplosmiddelen)
Bijvoorbeeld: benzol, toluol
3 Ketonen
Bijvoorbeeld: MEK (Methyl Ethyl Keto-
nen), aceton
4 Esters
Bijvoorbeeld: butylacetaat, methylace-
taat
5 Glycolen
Bijvoorbeeld: butylglycol
6 Gemengde oplosmiddelen
Bijvoorbeeld: butylacetaat 85, isobuty-
lacetaat 85 (85 = 85% butylacetaat +
15% n-butanol)
7 Regeneraten, destillaten uit verschillen-
de oplosmiddelen die reeds werden ge-
bruikt voor reinigingsdoeleinden e.d.
Logen
1 Water met alkalisch reinigingsmiddel
(max. 0-2%)
Bijvoorbeeld: Kärcher-reinigingsmiddel
RM31
2 Natronlogen max. 10%, zonder aande-
len van hypochloriden
3 Kaliumhydroxide max. 10%, zonder
aandelen van hypochloriden
Zuren
LET OP
– Bij zout- en zwavelzuur verhoogde ma-
teriaalafname, daarom onmiddellijk na
gebruik spoelen / neutralisieren!
– Bij verontreinigde zuren verminderde
bestendigheid!
– Eveneens Kärcher raadplegen!
1 Water met zuur reinigingsmiddel (max.
0-1%)
Bijvoorbeeld: Kärcher-reinigingsmiddel
RM25
2 Zuren (max. temperatuur +20 °C)
Salpeterzuur max. 10%
Azijnzuur max. 10%
Mierezuur max. 10%
Fosforzuur max. 10%
Citroenzuur max. 10%
Zwavelzuur max. 0,5%
Zoutzuur max. 0,5%
Water
1 Water
2 Volledig ontzout water
Andere reinigingsvloeistoffen
Bij gebruik van andere reinigingsvloeistof-
fen moet de bestendigheid aan de hand
van de materiaallijst gecontroleerd worden!
Die reinigingsvloeistoffen mogen alleen ge-
bruikt worden na vrijgave door Kärcher!
De juiste lans of sproeier kiezen
Volume [l/h] 1200 1200 1000 1000
Druk [MPa] 9,5 9,5
Aantal 2 1
sproeiers
Grootte 1,4 * 2,0
sproeiers
[mm]
Bestel-nr. 012 015
5.765-
* Standaard
Speciale sproeiers voor de werking met op-
losmiddel op aanvraag.

Inbedrijfstelling

Elektrische aandrijving
GEVAAR
Levensgevaar door hoge elektrische span-
ning! Vereiste elektrische installatie uitslui-
tend laten uitvoeren door een elektrotech-
nicus.
– Het stopcontact moet beveiligd zijn met
een aardlekschakelaar met een uit-
schakelstroom van 30 mA.
– Het stopcontact moet zich in de buurt
van de werkplaats bevinden zodat de
netstekker in noodgevallen snel uitge-
trokken kan worden.
Persluchtaandrijving
LET OP
Om schade aan de persluchtaandrijving
door condensatiewater en gebrekkige sme-
ring te vermijden, moet een onderhouds-
eenheid in de persluchttoevoer ingebouwd
worden (bestelnr. 6.610-020).
De onderhoudseenheid moet als volgt ont-
worpen zijn:
– Luchtstroom van 500 l/min
– Drukwaarden tot 0,7 MPa
De onderhoudseenheid bestaat uit:
– Waterafscheider
– Drukregelaar met manometer
– Proportionele smeerinrichting
 Proportionele smeerinrichting met ge-
schikte smeerolie vullen, daartoe het
voorraadsreservoir losschroeven en
smeerolie vullen (oliesoorten zie hoofd-
stuk „Reparaties en onderhoud").
5
-
NL
Persluchtslangen aansluiten aan de
persluchtmotor
Tip: Bij te kleine knaldempers doet de ont-
stane opstuwing van retourlucht een onze-
kere loop van de persluchtaandrijving ont-
staan. Slangen aansluiten aan de luchtaf-
voeropeningen.
9,5 9,5
2 1
1,2 1,7
014 013
 Toevoerslang aansluiten aan aanslui-
ting nr. 2.
– Slanggrootte voor toevoerlucht: DN 6
 Afvoerslangen aansluiten aan aanslui-
ting nr. 1 en EXH.
– Slanglengte: 1-2 m
– Slanggrootte voor retourlucht: DN 6
Schroefverbinding vat of
spongatconus monteren
Tip: De schroefdraden voor de montage
met afdichtingsmiddel insmeren zodat aan
de schroefdraden geen reinigingsvloeistof
ontsnapt (bv. met Drei Bond nr. 1359, Kär-
cher bestel-nr. 6.869-029).
1 Sluitschroef
2 Kegelwiel
3 Asuiteinde
4 Vatschroefverbinding of spongatconus
 Sluitschroef losdraaien.
 Kegelwiel verwijderen.
 Asuiteinde met behulp van een snijma-
chine voor rond staal (diameter
2,8 mm) eruit draaien.
 Vatschroefverbinding of spongatconus
gebruiken of vervangen.
 Asuiteinde met afdichtingsmiddel in-
smeren en indraaien.
 Kegelwiel aanbrengen.
 Sluitschroef met afdichtingsmiddel in-
smeren en indraaien.
31