Spuittechnieken - Storch Airless Duomax 9000 Handbuch

Spuittechnieken

De toepassing van de hieronder beschreven technieken garandeert perfecte resultaten.
- Pistool horizontaal en in gelijkmatige afstand tot het te bewerken vlak houden. Afhankelijk van de materiaalsoort, de
vlakken of het gewenste spuitpatroon dient het pistool op ongeveer 30 cm afstand te worden gevoerd.
- Pistool met gelijkmatige beweging horizontaal of op en af voeren (afhankelijk van sproeikoppositie). Een gelijkmatige
geleidingssnelheid is economisch en geeft een gelijkmatige laag.
- Bij vermindering van de spuitafstand krijgt het vlak meer verf, de spuitbreedte wordt smaller. Bij grotere afstand
ontstaat een dunnere laag bij een breed spuitbeeld. Bij uitlopers of een te dikke verflaag dient u een kleinere sproeikop
te gebruiken. Als de hoeveelheid verf te zwak of een hoger spuittempo gewenst is, moet u met een grotere sproeikop
werken.
- Gelijkmatige spuitbeweging handhaven. Afwisselend van links naar rechts en van rechts naar links spuiten. Zet de
beweging in voordat u de afvoerhendel gebruikt.
- Voor een gelijkmatige verwerking is overlappen van het spuitpatroon absoluut noodzakelijk. Iedere verfstrook moet
overlappen. Bij bijvoorbeeld horizontaal spuiten moet de onderkant van het spuitspoor zodanig worden bepaald dat
de voorafgaande laag met ca. 50% wordt overlapt.
- Het leiden van het pistool vanuit de pols of de hoekhouder altijd voorkomen. Dit veroorzaakt een ongelijkmatige
verflaag en overmatige sluitnevel.
- Bij de behandeling van hoeken en randen moet het midden van het spuitpatroon op de hoek of rand worden gericht;
spuit horizontaal, zodat beide aansluitvlakken de gelijke verfhoeveelheid ontvangen.
- Bij werken onder winderige omstandigheden dient het spuitmonster in de wind te worden gericht om afdrijven te
voorkomen. Van beneden naar boven werken. Bij te sterke wind dient u de werkzaamheden te staken.
49