Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Vóór Inbedrijfstelling - EINHELL 01017 Bedienungsanleitung

Benzinmotor-kettensäge
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für 01017:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Anleitung RBK_3735_SPK1:_
aan.
Voorzichtig: Een nieuwe zaagketting wordt
langer en moet bijgevolg na ca. 5 sneden worden
bijgeregeld. Dit is bij nieuwe kettingen normaal en
toekomstige afstellingen zullen minder vaak moeten
worden uitgevoerd.
Voorzichtig: Als de zaagketting TE LOS of TE
HARD GESPANNEN is, gaan het aandrijfwiel, de
geleiderail, de ketting en het lager van de krukas
sneller afslijten. Fig. 6 informeert over de correcte
spanning A (koude toestand) en spanning B (warme
toestand). Fig. C toont een te slappe ketting.
6. Vóór inbedrijfstelling
6.1 Mechanische test van de kettingrem
De kettingzaag is voorzien van een kettingrem die
letsels op grond van het gevaar voor terugstoten
vermindert. De rem wordt geactiveerd door druk uit te
oefenen op de remhendel als bij een terugstoot b.v.
de hand van de bedieningspersoon tegen de hendel
slaat. Bij activering van de rem stopt de ketting
abrupt.
Let op! De kettingrem is wel bedoeld om het
letselrisico als gevolg van terugstoot te verminderen,
maar ze kan geen behoorlijke bescherming bieden
als met de zaag zorgeloos wordt gewerkt. Controleer
de kettingrem altijd voor elk gebruik van de zaag en
ook regelmatig terwijl u er mee werkt.
Controleren van de kettingrem
1. De kettingrem is ONTKOPPELD (ketting kan
bewegen) als de REMHENDEL NAAR
ACHTEREN IS GETROKKEN EN
GEARRETEERD IS (fig. 7A).
2. De kettingrem is INGEKOPPELD (ketting is
vastgezet) als de remhendel naar voren is
getrokken en het mechanisme (fig. 7B, pos. A)
zichtbaar is. De ketting mag dan niet meer
kunnen bewegen (fig. 7 B).
Aanwijzing: De remhendel moet in de beide standen
vastklikken. Gebruik de zaag niet als u een harde
weerstand voelt of als de hendel niet kan worden
verschoven. Breng de zaag dan onmiddellijk naar de
professionele dienst na verkoop om ze te laten
herstellen.
06.07.2007
8:40 Uhr
Seite 43
6.2 Motorbrandstof en olie
Motorbrandstof
Gebruik voor optimale resultaten normale loodvrije
brandstof gemengd met speciale 2-takt-motorolie in
een mengverhouding van 50 tot 1.
Brandstofmengeling
Meng de brandstof met 2-takt-olie in een
goedgekeurd reservoir. De correcte mengverhouding
van brandstof tot olie vindt u terug in de mengtabel.
Schud het reservoir goed om alles zorgvuldig te
vermengen.
Let op! Gebruik voor deze zaag nooit
onverdunde brandstof. De motor zou daardoor
schade oplopen en u zou het recht op garantie voor
dit product verliezen. Gebruik geen
brandstofmengeling die langer dan 90 dagen is
opgeslagen.
Let op! Als u een 2-takt-olie in afwijking van de
speciale olie gebruikt, dient u superolie voor
luchtgekoelde 2-takt-motoren met een
mengverhouding van 50 tot 1 te gebruiken. Neem
geen 2-takt-olieproduct met een mengverhouding van
100 tot 1. Door onvoldoend oliën wordt de motor
beschadigd en u verliest in dit geval het recht op
garantie voor de motor.
Benzine- en oliemengeling 50 tot 1
Aanbevolen brandstoffen
Sommige gebruikelijke soorten benzine zijn
vermengd met additieven zoals alcohol- of
etherverbindingen om aan normen voor zuivere
uitlaatgassen te beantwoorden. De motor draait
tevredenstellend op alle soorten benzine die als
aandrijfmiddel bedoeld zijn, ook op met zuurstof
verrijkte soorten benzine.Gebruik liefst loodvrije
normale benzine.
Oliën van ketting en geleiderail
Telkens als u de brandstoftank met benzine vult dient
ook de kettingolietank te worden bijgevuld. Het is aan
te bevelen daarvoor in de handel verkrijgbare
kettingolie te gebruiken.
NL
Alleen olie
43

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Rbk 373545.013.60

Inhaltsverzeichnis