Smartcraft Kalibratie - Navman SmartCraft Gateway Installations- Und Bedienungsanleitung

3-8 SmartCraft kalibratie

Er zijn drie SmartCraft kalibraties die uitgevoerd
dienen te worden.
3-8-1 Tankkalibratie
Indien tanks voorzien zijn van sensoren (zie sectie
1-1-1), stel dan het tanktype en de tankalarmen in
en kalibreer indien nodig:
Druk op totdat het instellingsmenu
wordt weergegeven. Kies dan Calibrate
(Kalibreren), en selecteer Tanks.
Voor elke tank met een niveausensor dient
u onderstaande stappen te volgen:
1 Selecteer Tank, druk op
tank van het menu.
2 Selecteer Tanktype en druk op
selecteer het tanktype van het menu
Unused, Fuel, Water, Oil of Waste
(Gebruikt, Brandstof, Water, Olie of Afval).
3 De raw level sensor data (ruwe
niveausensordata) is het niveau in de tank als
een percentage van het niveau in de tank als
de tank vol is (100%). Om te kiezen hoe de
niveausensordata weergegeven wordt op het
tankbeeldscherm
(zie sectie 3-2), kies Displaytype
(beeldschermtype) en druk vervolgens
op en selecteer het type van het menu.
Percentage: Geef de ruwe
niveausensor data weer. Opmerking:
SmartCraft Gateways Installatie- en bedieningshandleiding
en selecteer de
en
NAVMAN
• Indien de zijkanten van de tank niet
verticaal en recht zijn dan komt de
Percentage niveau-sensordata
niet overeen met de hoeveelheid in
de tank; bijv. indien de sensor 50%
weergeeft dan is de tank niet 50%
vol.
• Voor Percentage beeldschermtype,
Fuel used (Vebruikte brandstof)
en kunnen niet worden berekend op
het Brandstofscherm en worden als
Invalid (ongeldig) weergegeven.
Volume: Geeft een hoeveelheid weer
die lineair uit de sensordata berekend
wordt, bijv. indien het tankformaat
(zie onderstaand) 500 G is en de sensor
geeft 50% van vol weer dan wordt 250
G weergegeven. Kies deze optie alleen
indien de zijkanten van de tank verticaal
en recht zijn en de tankbodem en
-bovenkant plat.
Calibrated (Gekalibreerd) volume:
Geeft een hoeveelheid weer dat non-
liniair wordt berekend aan de hand van
de sensordata. Kies deze optie indien
de tank geen verticale, rechte zijkanten
heeft. U dient de tank te kalibreren (zie
stap 6 onderstaand).
4 Om een laag-niveau-alarm voor de tank in te
stellen (zie sectie 3-2):
i Selecteer Tankalarm.
ii Druk op om het alarm On (Aan) en
Off (Uit) te schakelen.
iii Druk of
stellen. Het alarm klinkt als het alarm aan
staat en het tankniveau minder dan de
alarmwaarde is.
iv Druk tenslotte op
5 Stel Tank size (het tankformaat) in:
i Selecteer Tank size (grootte)
ii Druk op of
te stellen.
ii Druk tenslotte op
6 Indien het beeldschermtype Gekalibreerd
volume is dan dient de sensordata
gekalibreerd te worden.
i Selecteer Kalibreren
ii Volg de instructies die worden
weergegeven om gemeten
brandstofhoeveelheden toe te voegen.
om de alarmwaarde in te
,
om de tankgrootte in
,
55