Smartcraft Instellingsdata - Navman SmartCraft Gateway Installations- Und Bedienungsanleitung

3-7 SmartCraft Instellingsdata

Om naar de SmartCraft instellingsdata te gaan,
druk op totdat het instellingsmenu wordt
weergegeven. Kies vervolgens SmartCraft. De
instellingsmogelijkheden zijn:
Engine faults (Motorfouten), Engine fault
history (Motorfoutverleden), Reset engine
fault history (motorfoutverleden)
Zie sectie 3-6.
Sleeplijnvenster
Kies van een menu:
On idle (Stationair): Het sleeplijnvenster
wordt weergegeven als u drukt op en de
motor stationair draait en in een versnelling
is.
Always (Altijd): Het sleeplijnvenster wordt
weergegeven als u drukt op
Never (Nooit): Het sleeplijnvenster wordt
nooit weergegeven, sleeplijnbeheersing is
niet beschikbaar.
Troll mode (Sleeplijnstand)
Druk om te kiezen wat de sleeplijnstand
beheerst:
RPM: Beheerst motors stationaire RPM.
Speed (Snelheid): Beheerst motors
stationaire RPM om te proberen de
gewenste bootsnelheid te bereiken
Zie sectie 3-3, opmerkingen 1 en 2 .
Trim pop-up
Druk om te selecteren:
Off (Uit): Trim pop-up venster wordt nooit
weergegeven.
On (Aan): Trim pop-up venster wordt
weergegeven wanneer trim verandert wordt.
Trim pop up fi lter
Dit fi lter kan ervoor zorgen dat het trim pop up
venster niet verschijnt als gevolg van motorvibraties
in plaats van een trimverandering. Druk
vervolgens op of
druk dan op , De waarden zijn Off (uit) en
1 tot 5.
Kies eerst Uit of een lage waarde. Laat de boot
op verschillende snelheden varen en verhoog
de waarde indien vibratie het verschijnen van
het trim pop up venster veroorzaakt. Indien de
waarde hoog is, dan zal het trimvenster langzaam
verschijnen als de trim verandert.
SmartCraft Gateways Installatie- en bedieningshandleiding
, druk
om een waarde te kiezen,
Snelheidsbereik
Stel het snelheidsbereik in voor een analoge
snelheidsmeter (zie metertype onderstaand). De
opties zijn High (Hoog), Medium en Low (Laag).
Een hoger bereik geeft een hogere maximale
snelheid maar de weergave is platter.
Snelheidstype
Druk om de bron van de water (boot) snelheid
te selecteren:
Pitot: De pitotsensor van de motor.
Paddle (Logwiel): Een Navman
logwielsensor.
De pitotsensor is preciezer op hoge snelheden
maar niet zo precies op lage snelheden. De
logwielsensor is preciezer op lage snelheden. Om
sleeplijnsnelheidsbeheersing te gebruiken dient u
snelheidstype op Paddle (logwiel) in te stellen.
Pitottype
Druk om 100 psi of 200 psi te selecteren
in overeenstemming met het pitottype aan
boord.
metertype
Druk om het metertype in de Kleine, Medium
en Grote SmartCraft beeldschermen te selecteren
(zie sectie 3-2):
Analoog: Weergave d.m.v. wijzertjes (zie
ook snelheidsbereik bovenstaand).
Digitaal: Nummerweergave.
NAVMAN
53