Als u de motor laat draaien met een laag oliepeil, kan dit motorschade veroorzaken.
Het oliewaarschuwingssysteem (betreffende motortypen) schakelt de motor automatisch uit
voordat het oliepeil onder de veilige grens daalt.
Om te voorkomen dat de motor onverwacht uitvalt, dient u de olie tot aan de bovengrens bij
te vullen en het oliepeil regelmatig te controleren.
4) Draai de vuldop/peilstok stevig vast
REDUCTIETANDWIELOLIE (Alleen op uitgerust model)
(1/2 reductie met automatische centrifugaalkoppeling)
1) Verwijder de olievuldop en veeg de peilstok schoon.
2) Steek de peilstok in de vulhals, maar draai hem nog niet vast.
3) Als het niveau laag is, vul dan de olie bij tot aan de bovenste markering en vul deze bij met de
voor uw motor aanbevolen olie.
NL
1 – Vuldop / peilstok
2 – Oliepeil
3 – Afvoerbout
1 – Bovenste niveau
2 – Peilstok / vuldop
3 – Afvoerbout