2.1 Algemene veiligheidsregels
Meerdere gevaren! De veiligheidsinstructies moeten voor het afstellen, het bedrijf, de
reparatie, het onderhoud en het vervangen van onderdelen aan de machine voor schroef-
verbindingen alsook voor het werken in de buurt van de machine worden gelezen en
begrepen. Is dat niet het geval dan kan dat tot ernstig lichamelijk letsel leiden.
De machine voor schroefverbindingen dient uitsluitend door hiervoor gekwalificeerd en
geschoold bedieningspersoneel afgesteld, ingesteld of gebruikt te worden.
Deze machine voor schroefverbindingen mag niet worden gewijzigd. Veranderingen
kunnen de effectiviteit van de veiligheidsmaatregelen verminderen en de risico's voor de
bediener verhogen.
De veiligheidsaanwijzingen mogen niet verloren gaan. Geef ze aan de bediener.
Gebruik nooit geen beschadigde machines.
Controleer de bordjes op volledigheid en leesbaarheid. De machine moet regelmatig aan
een inspectie worden onderworpen om te controleren of de machine met de in deze
gebruikershandleiding vereiste duidelijk leesbare nominale waarden en aanduidingen is
gekenmerkt. De gebruiker moet contact opnemen met de fabrikant om indien nodig ver-
vangende bordjes te ontvangen.
2.2 Gevaren door eruit geslingerde delen
Bij een breuk van het werkstuk of van onderdelen of zelfs van het machinegereedschap
zelf kunnen er met hoge snelheid delen worden uitgeslingerd.
Bij een werkende machine voor schroefverbindingen resp. bij het vervangen van onder-
delen aan de machine moet altijd een slagvaste oogbescherming worden gedragen. De
vereiste graad van bescherming moet voor elk afzonderlijk gebruik apart worden beoor-
deeld.
Er moet voor worden gezorgd dat het werkstuk veilig is bevestigd.
2.3 Gevaren door vastraken
Er kan gevaar bestaan voor verstikking, scalpering en/of snijwonden wanneer loszitten-
de kleding, sieraden, halskettingen, haren of handschoenen niet van de machine en de
bijbehorende toebehoren vandaan gehouden worden.
Handschoenen kunnen in de draaiende aandrijving verstrikt raken, wat letsel of breuk van
de vingers kan veroorzaken.
Ronddraaiende doppen en verlengstukken kunnen gemakkelijk vastraken/winden in met
rubber of metaal versterkte handschoenen.
Draag geen loszittende handschoenen of handschoenen met ingesneden of versleten
handschoenvingers.
Houd nooit de aandrijving, de contactdoos of de aandrijvingverlenging vast.
Houd uw handen uit de buurt van de draaiende aandrijving.
NL/BE
41