1. Plaats het gereedschap op een vlak en stevig oppervlak.
Controleer of de zaagketting
2. Houd het gereedschap stevig met beide handen vast en
schakel de kettingzaag in.
3. Draai uw linkerhand naar voren rond de voorste
handgreep
13
zodat de achterzijde van uw hand met de
kettingrem/voorste handbeschermkap
en deze naar voren duwt, in de richting van het werkstuk. De
kettingzaag moet onmiddellijk tot stilstand komen.
OPMERkInG: Als de zaag niet onmiddellijk tot stilstand komt,
gebruik het gereedschap dan niet meer en breng het naar een
erkend servicecentrum bij u in de buurt.
WAARSCHUWING: Let er vooral op dat u de kettingrem
instelt, voordat u gaat zagen.
AAN/UIT‑SCHAKELAAR (AFB. M)
Zorg er altijd voor dat u stevig staat en pak de kettingzaag stevig
met beide handen vast met de duim en vingers rond beide
handgrepen.
1. Om de eenheid in te schakelen, drukt u de
ontgrendelhendel
2
in die wordt getoond in Afb. M, en
activeert u de aan/uit-schakelaar
eenmaal werkt, kunt u de hendel voor de vergrendeling in de
Uit-stand loslaten.
2. U houdt het gereedschap in werking door de Aan/Uit-
schakelaar ingedrukt te houden. U kunt het gereedschap
uitschakelen door de Aan/Uit-schakelaar los te laten.
OPMERkInG: Als te veel kracht wordt toegepast tijdens het
maken van een zaagsnede, schakelt de zaag zichzelf uit. Om
de zaag opnieuw te starten, moet u de aan/uit-schakelaar
loslaten, voordat de zaag opnieuw wil starten. Voer uw
zaagsnede nu uit met minder kracht. Laat de zaag op eigen
snelheid werken.
WAARSCHUWING: Probeer nooit een schakelaar in de
stand ON te vergrendelen.
Gebruikelijke zaagtechnieken
Vellen
Het proces van het omzagen van een boom. Zaag geen bomen
om bij harde wind.
WAARSCHUWING: Bij het vellen van bomen kunnen
personen gewond raken. Het mag alleen worden uitgevoerd door
een getraind persoon.
• Voordat met zagen wordt begonnen, moet een uitwijkroute
worden gepland en zo nodig worden vrijgemaakt. Het
uitwijkpad moet zich uitstrekken naar achteren en diagonaal op
de achterzijde van de verwachte valrichting van de boom, zoals
hieronder weergegeven.
UITWEG
45°
BOOM
45°
UITWEG
5
de grond niet raakt.
3
in aanraking komt
1
. Wanneer het gereedschap
RICHTING
VAN
VALLEN
• Kijk, voordat u met het vellen van een boom begint, naar
de natuurlijke groeirichting van de boom, de plaats van de
grotere takken en de windrichting, zodat u kunt beoordelen
waar de boom heen zal vallen. Houd wiggen (hout, kunststof
of aluminium) en een zware houten hamer in gereedheid.
Verwijder vuil, stenen, losse schors, spijkers, nagels en draad
uit de boom, op de plaats waar de zaagsneden voor het vellen
worden uitgevoerd.
• Zaagsnede als inkeping - Maak de inkeping tot op 1/3 van
de diameter van de boom, haaks op de valrichting. Maak de
onderste horizontale inkeping eerst. Dit helpt te voorkomen dat
de kettingzaag of het zwaard bekneld raakt, wanneer de tweede
inkeping wordt gezaagd, zoals onderstaand weergegeven.
• Zaagsnede voor het vellen - Maak de zaagsnede voor het
vellen ten minste 51 mm (2") hoger dan de horizontale inkeping.
Houd de zaagsnede parallel aan de horizontale inkeping. Maak
de zaagsnede voor het vellen zo dat er voldoende hout overblijft
dat kan dienen als scharnier. Het scharnierende hout maakt dat
de boom niet kan draaien en in de verkeerde richting vallen.
Zaag het scharnier niet door, zoals onderstaand weergegeven.
• Naarmate de zaagsnede voor het vellen in de buurt komt van
het scharnierpunt, moet de boom beginnen te vallen. Als de
kans bestaat dat de boom niet in de gewenste richting valt of als
de boom terugkantelt en de zaagketting vastzet, stop dan het
zagen voordat de zaagsnede is voltooid en open met behulp
van wiggen de zaagsnede en laat de boom in de gewenste
richting vallen. Haal, wanneer de boom begint te vallen de
kettingzaag uit te zaagsnede, stop de motor, leg de kettingzaag
neer en volg de geplande uitwijkroute. Let op vallende takken
boven uw hoofd en kijk waar u uw voeten neerzet.
1
RICHTING VAN
VALLEN
NOK
Takken afzagen
Het verwijderen van takken van een omgevallen boom. Wanneer
u takken afzaagt, laat u grotere takken onderaan zitten zodat de
boom van de grond wordt gehouden. Verwijder de kleine takken
in één zaagbeweging. Takken die onder spanning staan, moeten
van onderaf naar boven worden gezaagd om te voorkomen dat de
kettingzaag vast komt te zitten, zoals onderstaand weergegeven.
Snoei takken vanaf de overkant en houdt de stam tussen u en de
zaag. Maak nooit zaagsneden met de zaag tussen uw benen en
klem de af te zagen tak niet tussen uw benen.
nEDERLanDs
51 mm (2")
INKEPING BIJ
VELLEN
51 mm (2")
SCHARNIERPUNT
81