instructies in deze handleiding nauwgezet door zodat u ze volledig
begrijpt.
• Controleer voor u de kettingzaag start dat de zaagketting niet
ergens aanloopt.
• Werk niet met de kettingzaag met één hand! Werken met één
hand kan ernstig letsel van de gebruiker, helpers of omstanders
tot gevolg hebben. Een kettingzaag is uitsluitend bedoeld om met
beide handen met dit apparaat te werken.
• Houd de handgrepen altijd droog, schoon en vrij van olie en vet.
• Laat geen stof, vuil of zaagsel zich ophopen op de motor of aan
de buitenzijde van luchtopeningen.
• Zet de kettingzaag pas neer wanneer deze tot stilstand is
gekomen.
• Gebruik de kettingzaag niet voor wijnranken en/of ander klein
struikgewas.
• Ga uiterst voorzichtig te werk in struikgewas of jong hout, omdat
dun materiaal in de zaagketting vast kan komen te zitten en naar
u toe zwiepen of u uit evenwicht brengen.
Namen en termen voor een kettingzaag
• Zagen ‑ Het proces van het in stukken zagen van een gevelde
boom of een houtblok.
• Motorrem (indien voorzien) ‑ Een voorziening voor het
tot stilstand brengen van de kettingzaag wanneer de aan/uit-
schakelaar wordt losgelaten.
• Aandrijfgedeelte kettingzaag ‑ Een kettingzaag zonder
zaagketting en zwaard.
• Aandrijfwiel of kettingwiel ‑ Het getande gedeelte dat de
zaagketting aandrijft.
• Vellen ‑ Het proces van het omzagen van een boom.
• Zaagsnede tegenkant ‑ De eindzaagsnede die wordt gemaakt
aan de tegenovergestelde zijde van de inkeping.
• Voorste handgreep ‑ De ondersteunende handgreep die zich
aan of bij de voorzijde van de kettingzaag bevindt.
• Voorste handbeschermkap ‑ Een structurele afscherming
tussen de voorste handgreep van een kettingzaag en het zwaard,
gewoonlijk dichtbij de handpositie op de voorste handgreep.
• Zwaard ‑ Een stevige structuur met rails die de zaagketting
ondersteunt en leidt.
• Schede van het zwaard ‑ Afscherming die over het zwaard
wordt geplaatst die aanraking met de tanden voorkomt wanneer
de zaag niet wordt gebruikt.
• Terugslag ‑ De achterwaartse of opwaartse beweging, of beide,
van het zwaard, die optreedt wanneer de zaagketting bij de neus
van het bovenste gedeelte van het zwaard in contact komt met
een voorwerp, zoals een houtblok of tak, of wanneer het hout
buigt en de zaagketting vast komt te zitten in de zaagsnede.
• Terugslag, beknelling ‑ De snelle terugslag van de zaag die
zich kan voordoen wanneer het hout buigtt en de bewegende
zaagketting langs de bovenzijde van het zwaard in de zaagsnede
vast komt te zitten.
• Terugslag, roterend ‑ De snelle opwaartse en achterwaartse
beweging van de zaag die zich kan voordoen wanneer de
bewegende zaagketting bij het bovenste gedeelte van de punt van
het zwaard in contact komt met een voorwerp, zoals een houtblok
of tak.
• Snoeien ‑ Het verwijderen van takken van een gevelde boom.
• Ketting voor geringe terugslag ‑ Een ketting die voldoet
aan de prestatievereisten voor terugslag van de ANSI B175.1–
2012 (indien getest op een representatief exemplaar van de
kettingzagen.)
• Normale zaagpositie ‑ De posities die worden aangenomen
bij het klein zagen of vellen van een boom.
• Inkeping ‑ Een zaagsnede voor het maken van een inkeping in
de stam, die de richting bepaalt waarin de boom valt.
• Achterste handgreep ‑ De ondersteunende handgreep die zich
aan of bij de achterzijde van de kettingzaag bevindt.
• Zwaard voor verminderde terugslag ‑ Een zwaard dat heeft
bewezen aanzienlijk minder terugslag te geven.
• Vervangende zaagketting ‑ Een ketting die voldoet aan de
vereisten voor minder terugslag van ANSI B175.1–2012 bij tests
op bepaalde kettingzagen. Mogelijk wordt niet voldaan aan de
prestatievereisten van de ANSI bij gebruik op andere zagen.
• Zaagketting ‑ Een ronde ketting met zaagtanden die het hout
zagen en die wordt aangedreven door de motor en ondersteund
door het zwaard.
• Geribbelde stootrand ‑ Met behulp van de ribbels wordt bij
het vellen of afzagen de zaag gedraaid en kan de zaag tijdens het
zagen op z'n plaats worden gehouden.
• Schakelaar ‑ Een voorziening door middel waarvan een
elektrisch voedingscircuit naar de motor van de kettingzaag tot
stand wordt gebracht of wordt onderbroken.
• Schakelverbinding ‑ Het mechanisme dat beweging
overbrengt van een aan/uit-schakelaar naar de schakelaar.
• Schakelaarblokkering ‑ Een beweegbare vergrendeling die
ervoor zorgt dat de schakelaar pas wordt bediend wanneer de
blokkering is opgeheven.
Overige risico's
Ondanks het toepassen van de relevante
veiligheidsvoorschriften en het implementeren van
veiligheidsvoorzieningen kunnen sommige overige risico's niet
worden vermeden. Dit zijn:
• Gehoorbeschadiging.
• Risico op persoonlijk letsel door deeltjes die worden weggeslingerd.
• Risico van brandwonden omdat accessoires tijdens het gebruik
heet worden.
• Risico van persoonlijk letsel als gevolg van langdurig gebruik.
Accutype
Deze accu's kunnen worden gebruikt:
Accu
(kg)
DCB546
1,08
DCB547/G
1,46
DCB548
1,46
DCB181
0,35
DCB182
0,61
DCB183/B/G
0,40
Raadpleeg de handleiding van de accu/lader voor meer
informatie.
Markeringen op het gereedschap
De volgende pictogrammen staan op het gereedschap vermeld:
Lees de gebruiksaanwijzing vóór gebruik.
Draag oog-, gehoor- en hoofdbescherming.
nEDERLanDs
Accu
(kg)
DCB184/B/G
0,62
DCB185
0,35
DCB187
0,54
DCB189
0,54
DCBP518/G
0,75
77