Onderhoudsintervallen
Dagelijks
Hogedrukslang controleren op bescha-
diging (barstgevaar). Beschadigde ho-
gedrukslang onmiddellijk vervangen.
Wekelijks
Oliepeil coontroleren.
Bij melkachtige olie (water in de olie) on-
middellijk de klantendienst contacteren.
Maandelijks
Waterfilter reinigen
Filter aan de reinigingsmiddel-zuig-
slang reinigen.
Controleer de bevestigingselementen
tussen motor en frame op scheuren. Laat
bevestigingselementen met scheuren
vervangen door de klantenservice.
Na 500 bedrijfsuren, minimum jaarlijks
Olie van de hogedrukpomp vervangen.
Onderhoudswerkzaamheden
Waterfilter reinigen.
Watertoevoer sluiten.
Wartelmoer losschroeven.
Filterbeker naar onderen uittrekken.
Filterinzet en filterbeker reinigen.
Controleren of O-ringen correct zitten.
Filterinzet in filterbeker steken.
Filterbeker opnieuw aanbrengen.
Wartelmoer erop schroeven en vastzet-
ten.
Oliewissel hogedrukpomp
Opvangbak voor ongeveer 1 liter olie
klaarstellen.
Olieaflaatschroef uitdraaien.
Olie in opvangbak aflaten.
Oude olie op milieuvriendelijke wijze ver-
wijderen of bij een geautoriseerde instantie
indienen.
Olieaflaatschroef indraaien.
Nieuwe olie langzaam tot het midden
van de oliekijkglas vullen.
Olie langzaam vullen zodat luchtbellen
kunnen ontsnappen.
Oliesoort en vulhoeveelheid zie Techni-
sche gegevens.
58
Hulp bij storingen
GEVAAR
Verwondingsgevaar door onverwacht star-
tend apparaat. Zet de motorschakelaar
vóór werkzaamheden aan het apparaat op
"0".
Verbrandingsgevaar! Raak hete geluid-
dempers, cilinders of koelribben niet aan.
Motor draait niet
Instructies in de gebruiksaanwijzing van de
motorfabrikant in acht nemen!
Apparaat bouwt geen druk meer op
– Toerental van de motor te laag
Toerental van de motor controleren (zie
Technische gegevens).
– Lagedruksproeier is gemonteerd.
Hogedruksproeier monteren.
– Sproeier verstopt/geërodeerd
Sproeier reinigen/vervangen.
– Waterfilter vuil
Waterfilter reinigen
– Lucht in het systeem
Apparaat ontluchten (zie „Inbedrijfstel-
ling").
– Watertoevoerhoeveelheid te laag
Watertoevoerhoeveelheid controleren
(zie Technische gegevens).
– Toevoerleidingen naar de pomp ondicht
of verstopt
Alle toevoerleidingen naar de pomp
controleren.
Apparaat lekt, water drupt onderaan
uit het apparaat
– Pomp ondicht
Instructie: Toegelaten zijn 3 druppels/mi-
nuut.
Bij sterkere ondichtheid het apparaat
door de klantendienst laten controleren.
– 8
NL