Motor
Hoofdstuk „Veiligheidsinstructies" in
acht nemen!
Voor de inbedrijfstelling de gebruiks-
aanwijzingg van de motorfabrikant le-
zen en in het bijzonder de veiligheidsin-
structies in acht nemen.
Oliepeil van de motor controleren.
Apparaat niet in bedrijf nemen, als het
oliepeil gedaald is onder „MIN".
Indien nodig olie navullen.
Brandstof tanken
GEVAAR
Brand- en explosiegevaar!
– Apparaat nooit in gesloten ruimten, bij
lopende of hete motor bijtanken.
– Bij het tanken niet roken.
– Niet in de buurt van open vuur of von-
ken tanken.
– Brandstof niet morsen - gebruik een
trechter.
– Gemorste brandstof direct wegvegen.
– Na het tanken de jerrycan en de tank
naar behoren afsluiten.
Brandstoftank vullen met dieselbrandstof.
Wateraansluiting
Aansluitwaarden zie Technische gegevens.
Toevoerslang (minimumlengte 7,5 m,
minimumdiameter 3/4'') aan de water-
aansluiting van het apparaat en aan de
watertoevoer (bijvoorbeeld waterkraan)
aansluiten.
Watertoevoer openen.
Instructie: De toevoerslang behoort niet
tot het leveringspakket.
Water uit reservoir zuigen
GEVAAR
Zuig nooit water uit het drinkwaterreservoir.
Zuig nooit oplosmiddelhoudende vloeistof-
fen zoals verfverdunners, benzine of olie
op. De spuitnevel van oplosmiddelen is
zeer licht ontvlambaar, explosief en giftig.
Zuigslang (diameter minimum 3/4") met
filter (toebehoren) aansluiten aan de
wateraansluiting.
Reinigingsmiddel-doseerapparaat op
„0" stellen.
Apparaat voor de werking ontluchten.
Apparaat ontluchten
Schroefverbinding sproeikoppen eraf
schroeven en sproeier eraf nemen.
Motor overeenkomstig de gebruiksaan-
wijzing van de motorfabrikant starten.
Hendel van het handspuitpistool meer-
maals bedienen.
Apparaat laten draaien tot het water
zonder luchtbellen uit de straalpijp
komt.
Apparaat uitschakelen en sproeier op-
nieuw vastschroeven.
GEVAAR
Explosiegevaar!
Verstuif geen brandbare vloeistoffen.
GEVAAR
Verwondingsgevaar! Gebruik het apparaat
nooit zonder gemonteerde straalpijp. Contro-
leer de straalpijp voor elk gebruik op stevig-
heid. De schroefverbinding van de straalpijp
moet handvast aangespannen zijn.
GEVAAR
– Apparaat op een vaste ondergrond stel-
len.
– De hogedrukreiniger mag niet door kin-
deren gebruikt worden. (Gevaar van
ongevallen door ondeskundig gebruik
van het apparaat).
– Het apparaat creëert een hoog geluids-
niveau. Gevaar van gehoorschade.
Draag bij het werken met het apparaat
in elk geval een geschikte gehoorbe-
scherming.
– De uit de hogedrukreiniger komende
waterstraal veroorzaakt een terugstoot
van het pistool. Een gebogen spuitstuk
kan een extra draaimoment veroorza-
ken. Houd daarom de straalpijp en het
pistool stevig met de handen vast.
– Nooit waterstraal op personen, dieren,
het apparaat zelf of elektrische compo-
nenten richten.
– 5
NL
Bediening
55