Herunterladen Diese Seite drucken

Grundfos SLV.65 Bedienungsanleitung Seite 322

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für SLV.65:

Werbung

2.3 Bedrijfscondities
De SL1 en SLV pompen zijn bedoeld voor bedrijf met
tussenpozen (S3). Bij volledige onderdompeling in
de verpompte vloeistof kunnen de pompen ook con-
tinu draaien (S1). Zie paragraaf
Installatiediepte
Maximaal 10 meter onder het vloeistofniveau.
Bedrijfsdruk
Maximum: 6 bar.
Periodiek bedrijf
Maximaal 30 inschakelingen per uur.
pH-waarde
Pompen in permanente opstellingen kunnen worden
gebruikt voor het verpompen van vloeistoffen met
een pH-waarde tussen 4 en 10.
Vloeistoftemperatuur
0-40 °C.
Gedurende korte periodes (maximaal 15 minuten) is
een temperatuur van maximaal 60 °C toegestaan
(geldt niet voor Ex-uitvoeringen).
Waarschuwing
Explosieveilige pompen mogen geen vloei-
stoffen verpompen met een temperatuur
hoger dan 40 °C.
Dichtheid van de verpompte vloeistof
Voor het verpompen van vloeistoffen met een hogere
dichtheid en/of kinematische viscositeit dan van
water dienen motoren met een dienovereenkomstig
vermogen te worden gebruikt.
322
9.2
Bedrijfsmodi.
3. Aflevering en transport
De pomp kan verticaal of horizontaal worden
getransporteerd en opgeslagen. Zorg ervoor dat de
pomp niet kan omvallen of omrollen.
3.1 Transport
Alle hijsapparatuur moet worden beoordeeld voor
het doel en gecontroleerd worden op schade voordat
er een poging wordt gedaan de pomp op te tillen. De
capaciteit van de hijsapparatuur mag onder geen
beding worden overschreden. Het gewicht van de
pomp staat vermeld op het typeplaatje van de pomp.
Waarschuwing
Hijs de pomp altijd met behulp van de hijs-
beugel of met een vorkheftruck wanneer
de pomp op een pallet is geplaatst. De
pomp nooit hijsen door middel van de
motorkabel of slang/pijp.
De in polyurethaan gegoten stekker voorkomt dat
water in de motor kan komen via de motorkabel.
3.2 Opslag
Als de pomp gedurende langere tijd wordt opgesla-
gen, dient deze te worden beschermd tegen vocht en
hitte.
Na een lange opslagperiode dient de pomp te wor-
den geïnspecteerd alvorens in bedrijf te worden
genomen. Zorg ervoor dat de waaier vrij kan draaien.
Let speciaal op de staat van de asafdichtingen en de
kabeldoorvoer.
3.3 Ophijsen
Bij het ophijsen van de pomp moet u het juiste hijs-
punt gebruiken om de pomp in balans te houden.
Breng de haak van de hefketting aan in punt A voor
installaties met automatische koppeling en in punt B
voor andere installaties. Zie afb. 3.
Afb. 3
Hijspunten

Werbung

loading

Diese Anleitung auch für:

Sl1.50