Werbung
6.4. VOORWAARDE VOORWAARDEN VOOR EERSTE
INBEDRIJFSTELLING
•
De testrapporten van de leidingsystemen met betrekking tot de dichtheid, indien vereist ook vocht en
deeltjes, zijn beschikbaar.
•
De procesgasleidingen, de spoelgasleidingen en de afb laasleiding, evenals leidingen aan veiligheids- en/
of terugslagkleppen - indien aanwezig - zijn aangesloten.
•
In de procesgasleiding zit alleen standaard gas (zie punt 1.2).
•
De inbedrijfstelling mag alleen worden uitgevoerd door geïnstrueerd en gekwalifi ceerd personeel.
•
Beschermende kleding dient te worden gedragen in overeenstemming met de voorschriften.
•
Voor de inbedrijfstelling dient een vonkvrij speciaal gereedschap te worden gebruikt en ter beschikking
worden gesteld.
•
Controleer vóór de eerste inbedrijfstelling aan de hand van het typeplaatje of het huidige drukregelstation
geschikt is voor het beoogde gebruik (gas, druk, materiaal, enz.).
6.5. EERSTE INGEBRUIKNAME
•
Aan alle voorwaarden is voldaan overeenkomstig punt 6.4
•
Drukregelaar van het tweede drukniveau is ontspannen (gesloten)
•
Alle kleppen die zich op het drukregelstation bevinden, zijn gesloten.
WAARSCHUWING!
•
Er dient absoluut op gelet te worden dat het drukregelstation niet onder een hogere druk komt dan de
toegestane bedrijfsdruk.
•
Voor de inbedrijfstelling controleren of niemand door het in bedrijf nemen van het drukapparaat in gevaar
kan worden gebracht.
6.5.1. PROCESGASSPOELING (S300/S200/S60)
Drukregelstations met eigengasspoeling S300/S200/S60 worden gebruikt om de atmosferische lucht die
tijdens de fl eswissel in het systeem binnengedrongen is te kunnen verwijderen en de spiraalvormige lei-
ding of de aansluitslang naar de fl eswissel kan worden ontlast. Ervoor zorgen dat er een afb laasleiding is
aangesloten.
NL
1. Ventiel voor procesgaszuivering is gesloten, knevel staat dwars op de stroomrichting (2-poorts ventiel).
2. Drukregelaar is ontspannen (gesloten).
3. Sluit de inlaatafsluiter, rode markering is zichtbaar (4-poorts afsluiter).
4. Nu is de afsluitklep van de ingang in de richting van de reduceerklep afgesloten.
De weg in de richting van de klep voor procesgasspoeling is vrij.
5. Flesklep langzaam openen
6. Procesgas stroomt in de aansluitingshelix/de aansluitslang.
7. Flesklep weer sluiten
8. Klep naar procesgasspoeling kort openen en de hoeveelheid gas die zich nu in de aansluitingshelix/de
aansluitslang bevindt via de spoelgasleiding laten ontsnappen.
9. Daarna de klep voor procesgasspoeling onmiddellijk weer sluiten
DE STAPPEN 4
6.5.2. VREEMDGASSPOELING (S203)
Drukregelstations S203 met vreemdgasspoeling worden gebruikt om giftig en/of bijtend gas te verwijderen
voor de fl eswissel en om de druk op de spiraalvormige leiding of de aansluitslang te ontlasten voor de
fl eswissel. Ervoor zorgen dat er een afb laasleiding is aangesloten.
1. Controleer of de spoelgasingang, de spoelgasuitgang, de procesgasingangen, de afb laasleiding en even-
tueel de veiligheidsklep goed zijn aangesloten.
2. Alle kleppen sluiten, de rode markeringen moeten zichtbaar zijn (4-poorts).
3. Reduceerklep sluiten door te draaien aan het handwiel tegen de wijzers van de klok in.
4. Inlaatspoelklep openen.
5. Inlaatspoelklep weer sluiten. Laat het binnengestroomde gas enkele seconden in het onderdeel blijven
zitten.
6. Uitgangsspoelklep kort openen en spoelgas laten ontsnappen.
7. Uitgangsspoelklep weer sluiten.
DE STAPPEN 4
9 TEN MINSTE 10 X HERHALEN
7 TEN MINSTE 10 X HERHALEN VOOR EEN PERFECT SPOELRESULTAAT
212/380
Werbung
