Herunterladen Diese Seite drucken

DAB BMH Installationsanweisung Und Wartung Seite 34

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 25
6.3
Installeer de circulatiepomp, voor zover dit mogelijk is, boven het minimumniveau van de
verwarmingsketel en zo ver mogelijk van bochten, elleboogstukken, aftakkingen,
aangezien deze turbulenties zouden kunnen veroorzaken in het water in de aanzuiging
van de circulatiepomp, en daarmee dus lawaai.
6.4
Om controle- en onderhoudswerkzaamheden te vergemakkelijken, zowel op de zuig- als
op de drukleiding een afsluitklep installeren.
6.5
Monteer de circulatiepomp pas op de installatie nadat de laswerkzaamheden voltooid
zijn.
6.6
Alvorens de circulatiepomp te installeren, de installatie zorgvuldig spoelen met zuiver
water op 80°C. De installatie vervolgens volledig leeg laten stromen om eventuele
schadelijke stoffen uit de circulatie te verwijderen.
Monteer de circulatiepomp altijd met de motoras horizontaal (fig. 4).
6.7
Monteer de pomp zodanig dat er tijdens de installatie- en onderhoudswerkzaamheden
geen druppels op de motor en op het klemmenbord terecht kunnen komen.
6.8
Voeg bij het water in circulatie geen additieven die afkomstig zijn van koolwaterstoffen
en aromatische producten. Indien het nodig is antivries toe te voegen, mag dit gedaan
worden in een percentage van niet meer dan 30%.
6.9
Let op!! in geval van thermische isolatie controleren of de afvoeropeningen voor het
condens van de motorbak niet worden afgesloten of gedeeltelijk worden bedekt. (fig. 3)
7.
ELEKTRISCHE AANSLUITING:
Let op: volg altijd de veiligheidsvoorschriften!
Houd u strikt aan de aanwijzingen voor de aansluiting die beschreven
zijn op pag. 3.
7.1
De elektrische installatie moet tot stand worden gebracht door een ervaren en
bevoegde elektricien die de volledige verantwoording op zich neemt.
7.2
Verzeker u ervan dat de netspanning overeenkomt met de spanning die is aangegeven
op het typeplaatje van de motor die gevoed moet worden en dat het mogelijk is een
DEGELIJKE AARDVERBINDING TOT STAND TE BRENGEN.
7.3
Bij
vaste
scheidingsschakelaars met zekeringhouders te worden gebruikt.
7.4
Alle monofase motoren zijn voorzien van een ingebouwde thermische beveiliging en
kunnen rechtstreeks worden aangesloten op het net. Alle driefase motoren hebben een
ingebouwde sonde die verbonden moet worden met het externe veiligheidsrelais en met
de omgevingsthermostaat, zoals aangegeven op pag. 3 (de gebruiker dient hier zelf
voor te zorgen).
7.5
Zorg bij de elektrische aansluiting op de voedingslijn voor een tweepolige (monofase
uitvoeringen M) driepolige of vijfpolige schakelaar bij aanwezigheid van de nulleider
(driefase uitvoeringen T) met een openingsafstand van de contacten van tenminste 3
mm, en met zekeringen van het type AM (start motoren) met een stroomwaarde die
geschikt is voor de voedingsmotor.
7.6
Na de elektrische aansluiting van de driefase circulatiepompen dient u, alvorens de
installatie te vullen, altijd de draairichting van de motor te controleren. Hiervoor schroeft
u de ontluchtingsdop los en laat u de pomp enige seconden draaien.
7.7
Indien de draairichting tegengesteld is aan de pijl op het typeplaatje van de motor,
betekent dit dat de elektrische aansluiting niet correct is uitgevoerd.
7.8
Om de motorbeveiliging aan de buitenkant van de kast van het klemmenbord aan te
sluiten, dient u ter hoogte van de nis een gat in de zijkant van de kast te boren en hier
een kabeldoorvoer te bevestigen (niet bijgeleverd).
7.9
Voor de aansluiting tussen de motor en de kast van het klemmenbord dient u zich te
houden aan het schema op pag. 4. LET OP: de draden van de groep N°1, moeten
worden aangesloten op de respectievelijke aansluitingen van de groep N°1 van de kast
van het klemmenbord. De gekleurde draden van de draadbundels moeten worden
aangesloten op de aansluitingen met dezelfde kleur.
installaties
dienen,
NEDERLANDS
overeenkomstig
33
de
Internationale
Normen,

Werbung

loading