Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
Afb. 41 Ledlichten op de luchtverdeler
5.16
De afstandsbediening resetten
Om de afstandsbediening terug te zetten naar de fabrieksinstel-
lingen:
1.
verwijder de batterijen en plaats ze weer terug. Zie ook
hoofdstuk 6.2, "Batterijen van de afstandsbediening" op
pagina 112.
2.
De klok opnieuw instellen. Zie hoofdstuk 5.10, "De sys-
teemklok instellen" op pagina 109.
3.
De timer opnieuw activeren, indien in gebruik. Zie hoofd-
stuk 5.12, "De timer activeren" op pagina 110.
Afb. 42 De afstandsbediening resetten
5.17
De luchtverdeler gebruiken zonder
de afstandsbediening
U kunt de basisfuncties van de airconditioning bedienen met de
knop op de display van de luchtverdeler. Dit is handig als u de
afstandsbediening niet kunt vinden of als de batterijen van de
afstandsbediening leeg zijn.
1.
Druk op de knop
op het display van de luchtverdeler. El-
ke keer dat u de knop aanraakt, worden de modi OFF,
COOL, FAN en HEAT langsgegaan.
– In de modi koelen en verwarmen, wordt het instelpunt
van de temperatuur automatisch ingesteld op 24 °C en
de ventilatorsnelheid ingesteld op HOOG.
2.
Gebruik de afstandbediening om een andere temperatuur
of ventilatorsnelheid te selecteren.
9042924A OI-II CTT 28
3.
U kunt de modus AUTO niet selecteren op de luchtverdeler,
maar het display toont het pictogram 'auto mode' rechts-
bovenin als deze modus wordt geselecteerd op de af-
standsbediening.
Afb. 43 Display van de luchtverdeler
1
Knop
2
Pictogrammen bedrijfsmodus
3
Temperatuurdisplay
5.18
De luchtuitlaten verstellen
Pas de richting en hoek van de luchtuitlaat aan door één blad
rond de as te draaien. De twee bladen bewegen zich naar el-
kaar toe.
Afb. 44 De luchtuitlaten verstellen
6
Onderhoud
6.1
Luchtfilter
Het retourluchtfilter moet regelmatig onderhouden worden.
l Controleer en reinig de filters elke week als deze gebruikt
worden, om te voorkomen dat de filters worden geblok-
keerd door vuil.
l De filters moeten regelmatig gereinigd worden om effectie-
ve koeling en verwarming te verzekeren.
1.
Verwijder het filter van de luchtverdeler door beide lipjes
naar binnen en vervolgens naar beneden te duwen.
2.
Trek het filter (1) naar boven uit het luchtrooster (2) en
langs de geleidingsrails.
3.
Reinig het filter en luchtrooster met warm water en reini-
gingsmiddel.
4.
Eerst laten drogen voordat u het weer gaat inbouwen.
Onderhoud | 6
NL
111 / 136
Werbung
