1. Draai de beschermende dopjes los.
2. Sluit de kleppen aan op een persluchttoevoer
voorzien van een drukmeter (afb. 18)
3. Regel de druk op de waarden aangegeven
in de tabel "Technische Gegevens".
6.1.4 Voorbereiding van de
machine voor het werk
OPMERKING Met deze machine kan men
het gras op verschillende wijzen maaien;
vooraleer het werk aan te vangen, raadt men
aan de machine af te stellen al naargelang
de wijze waarop men het gras wil maaien.
a. Voorbereiding voor het maaien
en opvangen van het gras in de
opvangzak (enkel voor modellen
met opvang achteraan)
– Bevestig de opvangzak (afb. 19.A)
op de houders (afb. 19.B) en centreer
hem ten opzichte van de achterste
plaat door de twee referenties te doen
overeenstemmen (afb. 19.B).
– Zorg dat de onderste pijp van de
opvangzakmonding zich vast haakt aan de
daarvoor bestemde veerhaak (afb. 19.C).
– Indien de koppeling moeilijk of te
slap zou zijn, moet de borgveer
geregeld worden (zie 8.9).
b. Voorbereiding voor het maaien en
de aflaat achteraan van het gras
op de grond (enkel voor modellen
met opvang achteraan)
– Indien men wenst te werken zonder de
opvangzak, is er, op aanvraag, een kit voor
de achterste aflaatbeveiliging (afb. 20; hfdst.
15.7) leverbaar die, zoals aangegeven
in de bijbehorende instructies, op de
achterplaat bevestigd dient te worden.
c. Voorbereiding voor het maaien
en fijnmalen van het gras
– Indien men het gras wil maaien, zeer fijn
hakken en op het gazon laten liggen, is
er, op aanvraag, een kit voor "mulching"
(hfdst. 15.1) beschikbaar die bevestigd
moet worden zoals aangegeven is
in de desbetreffende instructies.
Voor de modellen met zijdelingse
aflaat moet gecontroleerd worden dat de
versterking van de zijdelingse aflaat is
gemonteerd (afb. 22.A) (indien voorzien).
d. Voorbereiding voor het maaien en
de zijdelingse aflaat van het gras
op de grond (enkel voor modellen
met zijdelingse opvang)
– Controleer altijd dat de interne veer van de
deflector (afb. 21.A) en de veiligheidshendel
(afb. 21.B) correct werken, door ze
stabiel in de lage stand te houden.
– Indien hoog of nat gras moet gemaaid
worden, wordt aanbevolen om de
versterking van de zijdelingse aflaat te
verwijderen (afb. 22.A) (indien voorzien).
– Om de versterking te verwijderen,
moeten de schroeven (afb. 22.B)
losgedraaid worden terwijl de
zijdelingse aflaatdeflector hoog
wordt gehouden (afb. 22.C).
In geval van zijdelingse
botsingen zonder gemonteerde
versterking (afb. 22.A) kan het zijn
dat de snijgroep wordt vervormd.
Controleer dat de versterking
van de zijdelingse aflaat na gebruik
opnieuw wordt gemonteerd.
6.1.5 Herpositionering van de
antiscalp wielen
De functie van de antiscalp wielen is
het risico op scheuren in het gazon te
vermijden, die veroorzaakt zouden kunnen
worden doordat de rand van de snijgroep
op onregelmatige grond sleept.
Plaats de wielen zoals aangegeven (par. 7.4).
6.2 VEILIGHEIDSCONTROLES
Voer de volgende veiligheidscontroles uit en
controleer of de resultaten overeenstemmen
met wat aangegeven is in de tabellen.
Voer steeds de veiligheidscontroles
uit vooraleer de machine te gebruiken.
6.2.1 Algemene veiligheidscontrole
Object
Accu
Achterste
aflaatbescherming,
zuigrooster
Zijdelingse
aflaatbescherming,
zuigrooster
NL - 17
Resultaat
Geen schade aan het
omhulsel, aan het deksel
of aan de klemmen.
Ongeschonden.
Geen schade. Correct
gemonteerd.
Ongeschonden Geen
schade. Correct
gemonteerd.