Kinderkraft COMFORT UP Bedienungsanleitung Seite 84

installeren. Aanwijzingen over de geschiktheid van een autostoel voor gebruik met een
kinderautostoeltje zijn te vinden in de handleiding van de auto.
• Alleen geschikt als de goedgekeurde voertuigen zijn uitgerust met 3-punts
veiligheidsgordels met oprolmechanisme die zijn goedgekeurd volgens VN/ECE-Reglement
nr. 16 of andere gelijkwaardige normen (fig. B).
• Controleer of de gordels waarmee het autostoeltje aan de auto zijn bevestigd goed
vastzitten, of de gordels van het autostoeltje geschikt zijn voor het lichaam van het kind en
of de gordels niet gedraaid zijn.
• De autostoel moet worden vervangen als deze tijdens een verkeersongeval plotseling
onder druk is komen te staan. De autostoel mag geen enkele verandering ondergaan.
• Houd de kinderautostoel uit de buurt van direct zonlicht, anders kunnen de verwarmde
onderdelen je kind branden.
• Laat je kind nooit zonder toezicht achter in een autostoeltje.
• Zorg ervoor dat bagage en andere voorwerpen voldoende zijn vastgezet, met name op de
plank onder de achterruit, omdat ze bij een botsing letsel kunnen veroorzaken.
• De autostoel kan niet worden gebruikt zonder bekleding.
• Gebruik geen andere dan de door de fabrikant aanbevolen vervangingsbekleding,
aangezien deze een geïntegreerd deel uitmaakt van het veiligheidssysteem van de
autostoel. Het is raadzaam de gebruiksaanwijzing gedurende de gehele levensduur van het
autostoeltje te bewaren. Gebruik geen andere bevestigingspunten dan beschreven in de
instructies en aangegeven op de kinderautostoel.
• Alle harde onderdelen en plastic onderdelen van de kinderautostoel moeten zo worden
geplaatst en geïnstalleerd dat zij bij normaal gebruik van het voertuig niet bekneld kunnen
raken door een schuivende stoel of deur van het voertuig.
• Controleer regelmatig de toestand van het autostoeltje, let vooral op de
bevestigingspunten, de naden en de verstelelementen. Er moet voor worden gezorgd dat
alle mechanische onderdelen volledig werken. De onderdelen van een kinderautostoeltje
mogen nooit ingevet of geolied worden.
• Stop met het gebruik van de autostoel als onderdelen beschadigd zijn of loszitten.
• In geval van nood is het belangrijk dat de veiligheidsgordel snel kan worden losgemaakt.
Dit betekent dat de ontgrendelingsknop van het harnas (fig. A, nr. 6) niet vastzit, zorg
ervoor dat je kind weet dat het niet met de gesp mag spelen.
• Gebruik het autostoeltje niet thuis. Het is niet geschikt voor thuisgebruik en mag alleen
worden gebruikt tijdens autoritten.
• De rugleuning van het autostoeltje moet plat tegen de rugleuning van de autostoel liggen.
Daarbij moet erop worden gelet dat er geen ongewenste spleet ontstaat tussen de
rugleuning van de stoel van de auto en de rugleuning van de kinderautostoel. Bepaalde
hoofdsteunen van auto's vormen een obstakel bij het plaatsen van een autostoeltje en
moeten daarom eerst worden verwijderd.
• De gordelsluiting voor volwassenen mag niet te dicht bij de onderkant van de armleuning
van de kinderautostoel zitten. Neem bij twijfel op dit punt contact op met de fabrikant van
de kinderautostoel (fig. D).
84