Voorafgaande Controles - Hach Orbisphere C1100 Allgemeines Benutzerhandbuch

4. Vul de regeneratiecel met ongeveer 10 ml standaardchlooroplossing voor ORBISPHERE model
29011. De oplossing bedekt de sensorkop tot een diepte van ongeveer 1 cm. Verwijder eventuele
luchtbellen door op de zijkant van de regeneratiecel te tikken.
5. Draai de selectieknop ( Nr. 4) naar de chloridize-positie en druk op de TIMER-schakelaar ( Nr.
5). Het waarschuwingslampje gaat branden en blijft ongeveer acht minuten aan terwijl de
herchlorering plaatsvindt. Tijdens deze periode verandert de kleur van de kathode van zilver/wit
naar lichtroze. De kleur wordt langzaam donkerder naarmate de laag zilverchloride wordt
opgebouwd.
6. Als de dechlorering van de kathode is voltooid, koppelt u de tegenelektrode en sensor los en
verwijdert u de oplossing uit de regeneratiecel.
7. Spoel de binnenkant van de regeneratiecel en sensor met water.
8. Afhankelijk van het gebruikte model verwijdert u de regeneratiecel of schroeft u deze los uit de
sensorkop en spoelt u de sensorkop opnieuw met water.
Hoofdstuk 5 Circuittestfuncties
Dit gedeelte van de handleiding beschrijft een reeks testen waarmee u kunt controleren of de
elektronica van uw sensor correct functioneert.
De oorzaak van problemen kan chemisch, elektronisch of mechanisch van aard zijn. Omdat de
testen die hier worden beschreven logisch, snel en eenvoudig uit te voeren zijn, kunt u snel
ontdekken of een bepaald probleem een elektronische oorzaak heeft.
Als dit het geval is, helpen de testen u het probleem op te sporen en te melden aan uw
vertegenwoordiger van Hach voor reparatie. Als dit niet het geval is, dan weet u dat het probleem
een chemische of mechanische oorzaak heeft en moet u dienovereenkomstig handelen. Voor
chemische problemen volstaat een zeer grondige onderhoudsbeurt van de sensor mogelijk.
Mechanische problemen kunnen de vorm hebben van slechte verbindingen aan de inlaatzijde van
het leidingwerk voor monsters.
Voor deze testen is het niet nodig de reinigings- en regeneratie-unit voor sensoren van netspanning
te voorzien.
Voer de testen uit in de volgorde waarin ze hier worden gepresenteerd. Negeer eventuele instructies
die niet van toepassing zijn voor uw systeem.

5.1 Voorafgaande controles

Voeding
Controleer of de spanning die wordt weergegeven op het meetinstrument overeenkomt met de
voeding.
Membraan
Raadpleeg de gebruikershandleiding om te bepalen welk modelnummer van het membraan vereist is
voor het specifieke sensormodel.
LEMO-connectoren
Zorg ervoor dat de LEMO-connector van de sensorkabel en, indien van toepassing, de bijbehorende
aansluiting van het meetinstrument schoon en droog zijn en dat de pennen onbeschadigd zijn.
Voedingscircuit
Als de timer-LED tijdens het reinigingsproces niet gaat branden, is er mogelijk een storing in het
voedingscircuit. Koppel het instrument los van de voeding en meet met een ohmmeter over de twee
spanningvoerende pennen van de voedingsstekker. Neem contact op met de technische
ondersteuning als bij een waarde van oneindig een doorgebrande zekering wordt aangegeven.
5.2 Sensor testen
Voor het testen van sensoren heeft u een ohmmeter nodig met kabels met banaanstekkers die
kunnen worden aangesloten op de groep van elf aansluitingen op het TEST-paneel van de
reinigings- en regeneratie-unit voor sensoren. Bij elk apparaat worden twee van zulke
banaanstekkers meegeleverd.
70 Nederlands