16. Steel
17. Versnelling (indien voorzien)
18. Hendel rem motor / snij-inrichting
19. Hendel inschakeling aandrijving (indien voorzien)
20. Snelheidsregelaar (indien voorzien)
Onmiddellijk na de aankoop van de machine, worden de
identificatienummers (3 – 4 – 5) in de hiertoe bestemde
ruimten op de laatste pagina van de handleiding genoteerd.
Het voorbeeld van de verklaring van overeenstemming be-
vindt zich op de voorlaatste pagina van de handleiding.
BESCHRIJVING VAN DE SYMBOLEN
OP DE KNOPPEN (indien aanwezig)
21. Traag
22. Snel
23. Starter
24. Stop motor
25. Aandrijving ingeschakeld
26. Rust
27. Motor starten
36. S ignaalinrichting inhoud opvangzak
omhoog (a) = leeg / omlaag (b) = vol
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN - Uw grasmaaier moet
voorzichtig gebruikt worden. Daarom zijn er op de machi-
ne pictogrammen aangebracht die u aan de belangrijkste
veiligheidsvoorschriften herinneren. Hun betekenis is hier-
onder weergegeven. Verder wordt u aanbevolen de veilig-
heidsvoorschriften in het speciale hoofdstuk daarover in dit
boekje zorgvuldig door te lezen.
Vervang de beschadigde of onleesbare stickers.
41. Let op: Lees de handleiding alvorens de machine te
gebruiken.
42. R isico wegschietende voorwerpen. Houd de personen
buiten de werkzone tijdens het gebruik.
43. G evaar voor snijwonden: Bewegende snij-inrichting.
Steek uw handen of voeten niet in de holte van de snij-
inrichting. Maak de dop van de bougie los en lees de
aanwijzingen vóór eender welke onderhoudswerk-
zaamheden of reparaties te verrichten.
44. G evaar voor snijwonden: Snij-inrichting. Steek uw han-
den of voeten niet in de holte van de snij-inrichting.
GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN
Voor de motor en de batterij (indien aanwezig) wordt
verwezen naar de relatieve handleidingen.
OPMERKING - De overeenkomst tussen de verwijzin-
gen in de tekst en de bijbehorende afbeeldingen (op
de pag. iii en daaropvolgende ) is gegeven door het
nummer dat voor iedere paragraaf staat.
1. DE MONTAGE VERVOLLEDIGEN
OPMERKING De machine kan mogelijk geleverd worden
met sommige onderdelen reeds gemonteerd.
LET OP!
De machine moet op een vlakke en so-
lide ondergrond uitgepakt en gemonteerd worden,
met voldoende bewegingsruimte voor de machine en
de verpakking, en steeds met gebruik van geschikte
werktuigen.
De verpakking moet volgens de plaatselijk geldende be-
palingen worden afgevoerd.
1.1a Montage van de steel
1.1b Afstelling van de hoek van de handgreep
Doe dit enkel wanneer het maaimechanisme stil
staat.
1.2 Montage van de opvangzak
Haak alle plastic profielen (21) vast aan het chassis (22),
met de opvangzak ondersteboven, en met behulp van een
schroevendraaier, zoals aangegeven in de afbeelding.
1.3 Verbinding batterij
• Modellen met elektrisch start met toets
Plaats de meegeleverde accu in de holte voorzien op de
motor (par. 3.2b, "III - "IV").
Op sommige modellen is er een motor met geïnte-
greerde niet-verwijderbare accu voorzien (par. 3.2b, "V).
Voor meer informatie in verband met de motor, verwijst men
naar de aanwijzingen van de handleiding van de motor.
2. BESCHRIJVING VAN DE COMMANDO'S
OPMERKING De betekenis van de symbolen op de knop-
pen wordt verklaard op de volgende pagina's.
2.1 Hendel rem motor/snij-inrichting
De rem van de snij-inrichting wordt bediend met de hendel
(1) die tegen de handgreep moet gehouden worden bij het
opstarten en tijdens de werking van de grasmaaier.
De motor stopt wanneer men de hendel loslaat.
OPC (Hendel motorrem) hendel losla-
ten: motorstop.
STOP
2.2 Bedieningshendel aandrijving
(indien aanwezig)
14356687/2
Voor de modellen met aandrijving, wordt de grasmaaier
gestart met de bedieningshendel (1) tegen de handgreep
geduwd.
De grasmaaier stopt met rijden als de hendel losgelaten
wordt.
De motor moet steeds met uitgeschakelde aandrijving ge-
start worden.
Activering van de transmissie.
LET OP!
Om te vermijden de aandrijving te be-
schadigen, mag men de machine niet achteruit trekken
met de aandrijving ingeschakeld.
2.3 Commando snelheidsregelaar (indien voorzien)
Bij de modellen met aandrijving, staat de snelheidsrege-
laar (indien voorzien) toe de voortbewegingssnelheid te
regelen.
De regeling wordt verkregen door de hendel (1) te verplaat-
sen volgens de aanwijzingen nabij de hendel zelf.
BELANGRIJK De overgang van een snelheid op een an-
dere gebeurt wanneer de motor draait en de koppeling in-
geschakeld.
4