Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Onderhoud; Stalling - Stiga CP1 430 Gebrauchsanweisung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für CP1 430:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 46
1.
De machine opstarten
(par. 6.3 ).
2.
De aandrijfhendel
bewegen.
3.
Laat de hendel van de
aandrijving los.
Rijtest
Indien eender welke van deze resultaten verschilt
van wat aangegeven is in de tabellen, mag de machine
niet gebruikt worden! Richt u tot een dienstencentrum
voor de nodige controles en herstelling.
6.3
START (AFB. 14)
OPMERKING Start de machine op een vlakke onder-
grond zonder hindernissen of hoog gras.
Druk op de knop en trek aan de hendel (Afb. 14.A/B).
6.4
HET WERKEN
BELANGRIJK Behoud tijdens het werk steeds de vei-
ligheidsafstand ten opzichte van het maaimechanisme, die
overeenstemt met de lengte van de steel.
6.4.1
Het gras maaien
1.
Start de voortbeweging en het maaien van de met gras
bedekte zone.
2.
Pas werksnelheid en maaihoogte aan de toestand van
het gazon aan (hoogte, dichtheid en vochtigheid van
het gewas).
3.
Wij raden aan elke maaiing op dezelfde hoogte en in
twee richtingen uit te voeren (Afb. 15).
In geval van "mulching" of aflaat achteraan van het gras:
• Maai nooit meer dan een derde van de totale hoogte
van het gras in een enkele beurt (afb. 15).
• Houd het chassis steeds goed schoon (par. 7.4.2).
6.4.2
Opvangzak leegmaken
In geval van opvangzak met inrichting voor de
signalering van de inhoud:
Hoog = leeg.
*de opvangzak is vol en dient geledigd te worden.
Om de opvangzak te verwijderen en leeg te maken:
1.
Wachten tot het maaimechanisme afslaat (Afb. 16 A);
2.
verwijder de opvangzak (Afb. 16 B/C/D).
6.5
STOPPEN
De motor stopt automatisch met draaien wanneer de hendel
wordt losgelaten.
Na stopzetting van de machine dient u enkele secon-
den wachten totdat het maaimechanisme tot stilstand
is gekomen.
Na uitschakeling de motor niet aanraken! Gevaar
voor brandwonden.
BELANGRIJK Schakel de machine altijd uit:
• Tijdens verplaatsingen tussen werkzones.
• Bij het oversteken van oppervlaktes zonder gras.
• In de buurt van een obstakel.
• Vooraleer de snijhoogte af te stellen.
• Elke keer dat u de opvangzak verwijdert of opnieuw bevestigt.
6.6
NA HET GEBRUIK (Afb. 17)
1.
Laat de hendel los (Afb. 17 A).
1.
Het maaimechanisme
moet bewegen.
2.
De wielen doen de
machine vooruit gaan.
3.
De wielen stoppen en
de machine stopt de
voortbeweging.
Geen abnormale trillingen.
Geen abnormaal geluid.
Laag = vol *.
2.
Koppel het verlengsnoer eerst los van het hoofd-
stopcontact (Afb. 17 B) en daarna van de grasmaaier
(Afb. 17 C).
3.
Wacht tot het mechanisme helemaal is gestopt voordat
eender welke handeling op de grasmaaier wordt verricht.
4.
Reinig de machine (par. 7.4).
5.
Vervang, indien nodig, de beschadigde onderdelen en
klem eventueel schroeven en moeren die losgekomen
zijn weer vast.
7.

ONDERHOUD

7.1
ALGEMEEN
Voordat u enigerlei controle, reiniging of onderhouds-
werkzaamheid/afstelling op de machine uitvoert:
• Zet de machine stil.
• Koppel de machine los van het stroomnet.
• Vergewis u ervan dat elk bewegend onderdeel tot stil-
stand is gekomen.
• Wacht tot de motor is afgekoeld.
• Lees de desbetreffende instructies.
• Draag geschikte kledij, werkhandschoenen en een
beschermende bril.
7.2
GEWOON ONDERHOUD
• De frequenties en de soorten ingrepen zijn samengevat
in de "Tabel Onderhoud" (hst. 10).
BELANGRIJK Alle werkzaamheden voor onderhoud en
afstelling die niet in deze handleiding beschreven zijn, moe-
ten uitgevoerd worden door uw Wederverkoper of door een
gespecialiseerd Centrum.
7.3
BUITENGEWOON ONDERHOUD
7.3.1
maaimechanisme
Alle werkzaamheden aan de maaimechanismen
(demontage, slijpen, uitbalanceren, reparatie, terugmon-
teren en/of vervangen) dienen in een Gespecialiseerd
Centrum te worden uitgevoerd.
Laat beschadigde, vervormde of versleten maai-
mechanismen steeds tezamen met de bijbehorende
schroeven vervangen, om de balans te behouden.
BELANGRIJK Gebruik steeds originele maaimechanis-
men, met de code als aangegeven in de tabel "Technische
Gegevens".
7.4
REINIGING
Reinig de machine na ieder gebruik volgens de volgende
aanwijzingen.
7.4.1
Reiniging van de machine
• Verzeker u er steeds van dat de luchtgaten vrij zijn van afval.
• Gebruik geen agressieve vloeistoffen om het chassis te
reinigen.
• Houd de motor vrij van gewasresten, bladeren of overtol-
lig vet om brandrisico te vermijden.
• Gebruik geen waterstralen en vermijd de motor en de
elektrische onderdelen nat te maken (afb. 18).
7.4.2
Reiniging van de snijgroep
Verwijder grasresten en modder van de snijgroep. Anders,
als deze opdrogen, kan het zijn dat de machine vervolgens
moeilijk start.
Hel de machine naar de zijkant, en controleer de stabiliteit
van de machine alvorens eender welke ingreep uit te voeren.
7.4.3
Reiniging van de opvangzak (Afb. 19.A/B)
Reinig de zak en laat deze drogen.
8.

STALLING

Wanneer de machine gestald moet worden:
1.
reinig de machine met zorg (par. 7.4);
2.
controleer de goede staat van de machine;
NL - 5

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Cp1 480

Inhaltsverzeichnis