Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Tijdens Het Gebruik - Stiga CP1 430 Gebrauchsanweisung

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für CP1 430:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 46
2.3

TIJDENS HET GEBRUIK

Werkzone
• Gebruik de machine niet in omgevingen met gevaar op ont-
ploffing, in aanwezigheid van ontvlambare vloeistoffen, gas
of stof. De elektrische gereedschappen genereren vonken
die stof of dampen kunnen doen ontvlammen.
• Werk enkel bij daglicht of met goed kunstmatig licht en bij
goede zichtbaarheid.
• Verwijder personen, kinderen en dieren uit de werkzone.
De kinderen moeten onder toezicht van een andere vol-
wassene staan.
• Werk niet op nat gras, bij regen of bij risico op onweer, in
het bijzonder wanneer er kans op bliksem bestaat.
• Stel de machine niet bloot aan regen of vochtigheid.
Water dat in gereedschap sijpelt, verhoogt het risico op
elektrische schokken.
• Let bijzonder goed op de onregelmatigheden van het
terrein (drempels, geulen), op de hellingen, op verborgen
gevaren en op de aanwezigheid van eventuele hindernis-
sen die de zichtbaarheid zouden kunnen beperken.
• Wees zeer voorzichtig nabij steile niveauverschillen, sloten
of dijken. De machine kan omkantelen indien een wiel over
de rand gaat of indien de rand inzakt.
• Werk in de dwarse richting van de helling en nooit in de
richting van de stijging/daling, let goed op bij de verande-
ringen van richting, verzeker ervan een goed steunpunt
te hebben, en let er goed op dat de wielen niet op hin-
dernissen stoten (stenen, takken, wortels, enz.) die een
zijdelingse verschuiving of verlies van controle over de
machine zouden kunnen veroorzaken.
• Let goed op het verkeer, wanneer de machine dicht bij de
straat gebruikt wordt.
• Let op: Vochtigheid en elektriciteit zijn niet compatibel.
Het hanteren en aansluiten van de stroomkabels moet
droog gebeuren.
1. Stel nooit een stopcontact of een kabel in contact
met een natte zone (plas of vochtig terrein).
2. De aansluitingen tussen de kabels en de stopcon-
tacten moeten waterdicht zijn. Gebruik verlengsnoe-
ren met waterdichte en goedgekeurde integrale
aansluitingen, die op de markt verkrijgbaar zijn.
Gedrag
• Let op wanneer u achteruit of achterwaarts rijdt. Kijk
achteruit voor en tijdens het achteruit rijden om u ervan te
verzekeren dat er geen hindernissen zijn.
• Niet rennen, maar lopen.
• Laat u niet door de grasmaaier trekken.
• Houd altijd de handen en voeten ver van het maaimecha-
nisme, zowel wanneer de motor gestart wordt als tijdens
het gebruik van de machine.
• Let op: het maai-element blijft gedurende enkele secon-
den na zijn afkoppeling of na uitschakeling van de motor
draaien.
• Blijf steeds op afstand van de aflaatopening.
In geval van breuken of incidenten tijdens het werk,
dient men de motor onmiddellijk stil te leggen en de ma-
chine te verwijderen om geen verdere schade te berok-
kenen; in geval van ongevallen met persoonlijke letsels
of letsels aan derden, dient men onmiddellijk de meest
geschikte eerste-hulp-procedures te volgen voor de situ-
atie en zich tot een gezondheidsstructuur te richten voor
de nodige zorgen. Verwijder zorgvuldig eventuele resten
die schade of letsels aan personen of dieren kunnen ver-
oorzaken indien ze onopgemerkt blijven.
• Gebruik de kabel niet op ongepaste wijze. Gebruik de
kabel niet om de machine te vervoeren, het te vertrekken
of om de stekker uit het stopcontact te halen. Houd de
kabel uit de buurt van hitte, olie, scherpe hoeken of
bewegende delen. Een beschadigde of verwarde kabel
verhoogt het risico voor elektrische schokken.
• Voorkom met het lichaam in contact te komen met geaar-
de oppervlakken, zoals buizen, radiatoren, keukens of
koelkasten. Het risico voor elektrische schokken vermin-
dert wanneer het lichaam geaard is.
Beperkingen voor het gebruik
• Gebruik de machine nooit wanneer de beveiligingen
beschadigd zijn, ontbreken of niet correct geplaatst zijn
(opvangzakken, zijdelingse aflaatbescherming, achterste
aflaatbescherming).
• Gebruik de machine niet indien de toebehoren/werktui-
gen niet op de voorziene plaatsen geïnstalleerd zijn.
• De aanwezige veiligheidsinrichtingen/microschakelaars
niet uitschakelen, afschakelen, verwijderen of schenden.
• Overbelast de machine niet en gebruik geen kleine
machine om zware werken te verrichten; het gebruik van
een machine met aangepaste afmetingen zal de risico's
beperken en de kwaliteit van het werk verbeteren.
• Voed het toestel via een aardlekschakelaar (RCD – Re-
sidual Current Device) met een afschakelstroom van
maximum 30 mA.
• De stekker van de machine moet compatibel zijn met het
stopcontact. De stekker mag nooit gewijzigd worden.
Gebruik geen adapters voor machines die zijn voorzien
van een aarding. Ongewijzigde stekkers die geschikt zijn
voor de aansluiting verminderen het risico voor elektri-
sche schokken.
• De permanente aansluiting van eender welk elektrisch
apparaat op het stroomnet van het gebouw moet worden
uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien, in over-
eenstemming met de geldende richtlijnen. Een onjuiste
aansluiting kan ernstige persoonlijke letsels en zelfs de
dood veroorzaken.
• De stroomkabels moeten een kwaliteit van minstens
H05RN-F of H05VV-F hebben met een minimum dia-
meter van 1,5 mm² en een aanbevolen maximum lengte
van 25 m.
2.4
ONDERHOUD, STALLING
Regelmatig onderhoud en een correcte stalling garanderen
de veiligheid van de machine en het niveau van de perfor-
mance.
Onderhoud
• Gebruik de machine nooit als er onderdelen versleten of
beschadigd zijn. De defecte of beschadigde onderdelen
moeten vervangen en niet gerepareerd worden.
• Tijdens de afstellingen van de machine, moet men erop
letten dat de vingers niet tussen het bewegende maai-
mechanisme en de vaste delen van de machine beklemd
geraken.
Het niveau van geluid en trillingen als aangegeven
in deze handleiding, zijn maximale waarden voor het
gebruik van de machine. Het gebruik van een niet geba-
lanceerd maai-element, een overdreven snelheid van
de beweging en gebrekkig onderhoud hebben een ne-
gatieve invloed op het geluidsniveau en op de trillingen.
Bijgevolg is het noodzakelijk preventieve maatregelen te
treffen om mogelijke schade ten gevolge van een hoog
geluidsniveau en stress van trillingen te vermijden; zorg
voor het onderhoud van de machine, draag gehoorbe-
scherming, maak pauzes tijdens het werk.
Stalling
• Laat geen houders met restmateriaal in een gesloten
ruimte, om het risico op brand te voorkomen.
NL - 2

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Cp1 480

Inhaltsverzeichnis